Relatief veel doden op de snelwegen droegen geen gordel

Bij dodelijke ongelukken op snelwegen dragen de inzittenden opvallend vaak geen autogordel. Van de 58 automobilisten en inzittenden die in 2017 op rijkswegen om het leven kwamen, hadden er minstens 18 (bijna eenderde) geen autogordel om, blijkt uit onderzoek van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV).

Mogelijk was het aantal doden zonder gordel zelfs nog hoger, want van 11 doden is niet bekend of ze een gordel droegen. Het aantal dodelijke slachtoffers zonder gordel is opvallend hoog: uit eerder onderzoek bleek dat van alle automobilisten buiten de bebouwde 97 procent een gordel droeg.Veel slachtoffers die geen gordel droegen, hadden de gordel achter het lichaam vastgeklikt om de gordelverklikker uit te schakelen. Ook was soms de gordel van de bijrijdersstoel gebruikt.

Roekeloos gedrag

De onderzoekers maakten op basis van de politieverslagen een uitgebreide analyse (.pdf) van alle dodelijke ongelukken die in 2017 op de rijkswegen gebeuren. Dat zijn vrijwel alle snelwegen en een twintigtal N-wegen. Er waren dat jaar 63 dodelijk ongelukken, niet alleen met personenauto’s, maar ook met vrachtauto’s, bestelbusjes, motoren en voetgangers, waarbij 71 doden vielen. Dat is slechts een klein deel van het totale aantal verkeersdoden in Nederland in dat jaar. Op alle Nederlandse wegen vielen 613 doden.

De ongevalstypen die het meest voorkwamen waren: aanrijdingen van een obstakel in de berm, zoals een boom of greppel (n=25); kop-staartaanrijdingen (n=21), waarvan de helft in de staart van een file; en frontale aanrijdingen (n=8), waarvan vijf op enkelbaanswegen.

Deze ongevallen ontstonden door een combinatie van onoplettendheid of bewust risicogedrag van de weggebruiker en een weginrichting die weinig ruimte biedt voor menselijke fouten. In een klein deel van de ongevallen speelde ook een voertuigdefect een rol. De ernst van de afloop van het ongeval werd voor een belangrijk deel – gezien het grote aandeel bermongevallen – bepaald door de inrichting van de berm.  

Gedrag automobilist

Naast het niet dragen van een gordel speelde ander roekeloos gedrag vaak een rol. De gedragingen die het vaakst een rol speelden bij het ontstaan van de dodelijke ongevallen op rijkswegen in 2017 zijn alcohol- en/of drugsgebruik, hoge rijsnelheid, afleiding, en roodlichtnegatie.

 Bij minstens zes van de 63 dodelijke ongelukken was te veel alcohol gedronken. Waarschijnlijk is het aantal gevallen van overmatig alcoholgebruik in werkelijkheid hoger, want als de omgekomen automobilist het enige slachtoffer is wordt niet altijd gecontroleerd of er te veel gedronken was.Bij minstens vijf ongelukken werd te hard gereden, in twee gevallen in combinatie met te veel drank op. Eén dode reed juist te langzaam met drank op. Deze automobilist kwam om toen hij met een snelheid van 40 tot 60 kilometer per uur over de snelweg reed.

Technische staat auto’s

Bij negen ongevallen speelde de technische staat van het voertuig of de voertuigeigenschappen van een van de betrokken voertuigen een rol bij het ontstaan van het ongeval. Bij drie ongevallen leidde de wijze waarop de lading was vastgezet tot de dodelijke afloop van het ongeval. In één geval was de slechte staat van de banden een oorzaak. In drie gevallen was de lading verkeerd vastgezet.

Opvallend veel ongelukken gebeurden met oudere auto’s. Bij meer dan een derde van de dodelijke ongevallen met personenauto’s was de auto ouder dan 15 jaar, terwijl die auto’s slechts 22 procent van het totale wagenpark uitmaken. Slechts zes keer gebeurde een dodelijk ongeluk met een auto die jonger was dan vijf jaar, terwijl van alle auto’s ruim een kwart van de auto’s zo jong is.

Kinderen en bejaarden

Op de Nederlandse snelwegen kwamen in 2017 maar weinig kinderen om: slechts twee slachtoffers waren jonger dan 18. Er kwamen vier 70-plussers op de snelwegen om het leven, wat ongeveer overeenkomt met het aandeel van ouderen in het snelweggebruik.

Verder viel op dat er drie keer zoveel mannen als vrouwen op de snelweg om het leven kwamen. Dat is opmerkelijk veel, omdat mannen maar anderhalf maal zoveel kilometers afleggen als vrouwen.

Er kwamen vier voetgangers om. Twee van hen zagen door hun autisme geen gevaar in het oversteken van een autosnelweg, één voetganger kwam om nadat hij na een eerder ongeval uit zijn auto was gestapt en de vierde voetganger werd aangereden nadat hij na een ruzie uit de auto was gestapt en de weg was opgelopen.Er waren twee dodelijke ongevallen met een spookrijder. In beide gevallen was het een jonge automobilist.

Preventieve maatregelen

Op grond van de meest voorkomende factoren voor het ontstaan en de afloop van de bestudeerde ongevallen zijn kansrijke maatregelen geselecteerd die – een dodelijke afloop van – soortgelijke ongevallen in de toekomst zouden kunnen voorkomen. De nadruk lag daarbij op infrastructurele maatregelen omdat Rijkswaterstaat deze als wegbeheerder zelf kan implementeren.

De meest kansrijke maatregel voor een aanzienlijke reductie van het aantal dodelijke ongevallen op rijkswegen is gericht op een obstakelvrije inrichting van bermen: bermen voorzien van een ruime obstakelvrije zone die past bij de snelheidslimiet ter plaatse, in combinatie met een flexibele afschermingsconstructie aan het einde van de obstakelvrije zone.

 Ook niet-infrastructurele maatregelen, zoals gedrags- en voertuigmaatregelen kunnen bijdragen aan een reductie van het aantal dodelijke ongevallen op rijkswegen. Wat het gedrag betreft zijn alcohol- en drugsgebruik, afleiding en een te hoge rijsnelheid de belangrijkste factoren waar aandacht aan besteed dient te worden. Daarnaast is er winst te behalen bij het (op de juiste wijze) dragen van de veiligheidsgordel. Van de overleden inzittenden waarvan het gordelgebruik bekend was, droeg een derde geen autogordel. “Het is verder belangrijk om te blijven leren van ongevallen door bij elk dodelijk ongeval na te gaan welke factoren een rol hebben gespeeld bij het ontstaan en de afloop ervan en met welke aanpassingen van de infrastructuur het dodelijke ongeval voorkomen had kunnen worden. Dit vraagt om een proactieve benadering en een open blik, waarbij niet de schuldvraag centraal staat maar een veilig verkeerssysteem voor de huidige en toekomstige gebruikers van rijkswegen.”