Rechtbank Oost-Brabant in fraudezaak HHG: Drie personen en twee bedrijven hebben onrechtmatig gehandeld

In een rechtszaak die was aangespannen door Rentokil tegen haar voormalige bedrijfsonderdeel Holland Herstel Groep vanwege een in 2016 en daarvoor gepleegde (vermeende) fraude heeft de rechtbank Oost-Brabant onlangs uitspraak gedaan. In de zaak (zaaknummer: C/01/311697/HA ZA 16-555; ECLI-code: ECLI:NL:RBOBR:20183576) acht de rechtbank fraude bewezen en verklaart zij dat zowel voormalig directeur Michel van D, voormalig projectleider Jochum B., zakelijke relatie Albert van W. en de beide rechtspersonen LAC Dienstverlening BV (het bedrijf van zoon Lauran van D.) en ZDE (Zakelijke dienstverlening) onrechtmatig hebben gehandeld.

De rechtbank acht bewezen dat er sprake is geweest van urenfraude door valse facturen, dat wil zeggen facturen waar geen feitelijke werkzaamheden tegenover staan, en van margefraude door toeleveranciers een extra marge te laten betalen aan haar toeleveranciers die vervolgens werd betaald aan de bovengenoemde bedrijven.

Het vermoeden van fraude bij het reconditionerings- en asbestsaneringsbedrijf werd voor het eerst in 2016 uitgesproken door interim-manager Laurens Vellen, wat leidde tot het ontslag van de toenmalige directeur. Bedrijfsrecherchebureau Hoffmann ontdekte verschillende vormen van fraude, waarvan er inmiddels enkele door Michel van D. zijn toegegeven. Hij heeft ter zitting aangegeven dat de extra inkomsten onder meer gebruikt te hebben als zwart geld-kas teneinde schade-experts te fêteren en opdrachten binnen te halen. Volgens hem wist het bedrijf ervan en is hij er zelf niet beter van geworden, wat volgens de huidige HHG-directeur Rob Vlek niet waar is en ook door de rechter niet wordt geloofd.

De rechtbank heeft bepaald dat zowel hij, de genoemde voormalig projectleider van HHG en een drietal rechtspersonen aansprakelijk zijn voor de schade. Het exacte bedrag dat moet worden terugbetaald wordt later door de rechter vastgesteld. Rentokil, de vorige eigenaar en gedupeerde, heeft inmiddels aangekondigd naast de schade ook de kosten van het bedrijfsrechercheonderzoek te claimen. Nu fraude bewezen is, is de volgende juridische stap dat in een procedure de rechter de schade vaststelt. Die zaak zal naar verwachting op z’n vroegst eind dit jaar worden behandeld. De fraude zou ongeveer 1,7 miljoen bedragen, maar de schade die gevorderd zal worden zal naar alle waarschijnlijkheid vele malen hoger zijn, onder meer vanwege de door Rentokil gemaakte onderzoeks- en juridische kosten. Ook zou de uiteindelijke verkoopprijs lager hebben kunnen uitvallen door de gelden die oneigenlijk uit het bedrijf zijn onttrokken.

Rob Vlek spreekt zijn verwondering uit dat de betreffende personen en nauw betrokken personen nog steeds in de branche werkzaam zijn. Ook hoopt hij op een wake up-call voor de branche en op dusdanige maatregelen zodat fraude en bovenmatig fêteren wordt uitgebannen. Ook zou deze  grootschalige fraude wat hem betreft ook strafrechtelijk aangepakt moeten worden. Hoewel hij toegeeft dat zijn bedrijf in de praktijk soms last heeft ondervonden van de wanpraktijken voor zijn tijd, zit HHG volgens hem de afgelopen twee jaar weer in de lift. Het bedrijf is gegroeid van 55 naar 60 medewerkers en de activiteiten op het gebied van reconditionering en asbestsanering zijn verbreed naar andere bedrijfstakken.