OvV: Menselijk handelen vaak één van oorzaken scheepvaart-ongevallen, maar ook reden waarom incident werd voorkomen

Enerzijds is menselijk handelen vaak één van de oorzaken van een ongeval in de scheepvaart, maar is aan de andere kant vaak ook juist de reden waarom een maritiem incident kon worden voorkomen.  Dat is één van de uitkomsten uit de scheepvaartongevallen die de Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft onderzocht.

Volgens OvV-voorzitter Tjibbe Joustra hangt veiligheid aan boord in belangrijke mate af van hoe bemanningsleden anticiperen op een snel veranderende omgeving. “Hierdoor moeten zij zich steeds bewust zijn van de risico’s. Dit vereist deels specifieke kennis en ervaring die gerelateerd is aan het werken op een schip. Andere risicofactoren zijn juist algemener van aard en komen overal voor, ook buiten de scheepvaartsector. Een voorbeeld is vermoeidheid. Dit veroorzaakt grote risico’s tijdens scheepsoperaties, maar ook bij autorijden. Juist algemene, niet sectorgebonden risicofactoren veroorzaken in de praktijk de meeste ongevallen.”

De ‘dodelijke 12 risicofactoren’

In zijn ‘Rapportage Ongevallen Scheepvaart’ zet de OvV twaalf van de meest voorkomende mensgerelateerde risicofactoren op een rij.  Gebrekkig situationeel bewustzijn (onvoldoende de impact van een risicositiuatie kunnen beoordelen) en afwijken/overtreden van officiële procedures (‘lokale praktijk) zijn beide met 21% de meest voorkomende factoren die het menselijk handelen negatief beïnvloeden. De Top 5 wordt gecompleteerd door de risicofactoren cultuur (16%), communicatie (13%) en bekwaamheid (11%). Alle andere risicofactoren scoren alle minder dan 10%: berusting (75), werkdruk en samenwerken (beide 3%), bewustzijn (2%) en afleiding en vermoeidheid beide 1%). De 12e onderscheiden risicofactor ‘fitheid’ behaalde minder dan 1%.

39 ongevallen

In de Rapportage Ongevallen scheepvaart beschrijft de Onderzoeksraad voor Veiligheid voorvallen aan boord van onder Nederlandse vlag varende schepen, of voorvallen die plaats hebben gevonden binnen de Nederlandse territoriale wateren, en gepubliceerde rapporten in de periode tussen 1 mei en in 1 november van het vorig jaar. In totaal werden 39 incidenten geregistreerd.

In vier gevallen was er sprake van een very serious ongeval, waarbij sprake is van een total loss van een schip, dodelijke slachtoffers of ernstige milieuschade.  Daarbij ging het bij twee incidenten om een val van hoogte, één keer om een beknelling en één keer om een verwonding door een werktuig.  Veertien ongevallen kregen het predicaat ‘serious’ mee: een ongeval met eens chip dat niet als very serious kan worden beoordeeld en waarbij bijvoorbeeld brand, een aanvaring, gronding enz. voorgekomen is, waardoor het schip niet verder kon varen of waarbij milieuschade werd veroorzaakt. Bij vijf incidenten was een aanvaring de oorzaak, bij eenzelfde aantal een onbestuurbaar geraakt schip, gronding lag ten grondslag aan drie ongevallen en één keer een aanvaring.

Bij alle incidenten was 24 keer sprake van een serious injury: letsel opgelopen door een persoon, waardoor hij/zij langer dan 72 uur arbeidsongeschikt was binnen zeven dagen na de datum waarop het ongeval plaatsvind. De meeste letsels (9) waren het gevolg van een verwonding door een werktuig, zes door een beknelling, drie door een val van hoogte en één door gronding, een elektrische schok of een val aan dek.

Foto OVV