Oversterfte van 450.000 personen in EU tussen maart en november vorig jaar

Europese landen hebben tussen maart en november vorig jaar gezamenlijk een oversterfte van ongeveer 450.000 personen geregistreerd, blijkt uit gegevens die dinsdag zijn vrijgegeven door de Europese Unie.

Onderzoekers verzamelden maandelijkse data en vergeleken de sterftecijfers met het gemiddelde van dezelfde periode in de jaren 2016 tot en met 2019. De statistici stelden een Europees gemiddelde vast op basis van de data van alle Europese landen behalve Ierland, dat geen gegevens aanleverde.

De oversterfte bereikte een piek in november. Toen lag het aantal sterfgevallen 40 procent hoger dan het gemiddelde van dezelfde maand in de voorgaande vier jaar. Daarvoor was er een eerste, veel lagere piek in april, toen het aantal sterfgevallen 25% boven het gemiddelde lag.

Na april volgde een daling van de oversterfte, maar vanaf augustus nam die weer toe. De sterftepiek in november was met name groot in Bulgarije, Polen en Slovenië. Daar werden meer dan 90% meer sterfgevallen geregistreerd dan normaal in die maand.

Sterfte in week 6 verder gedaald  

In week 6 (8 tot en met 14 februari 2021) overleden naar schatting 3.400 mensen. Dat zijn ongeveer evenveel sterfgevallen als verwacht voor deze periode. Dat betekent dat voor het eerst sinds tijden geen sprake van oversterfte. In week 5 overleden 3.619 mensen. Dat meldt het CBS op basis van de voorlopige sterftecijfers per week.

Sinds week 39 van 2020 was de wekelijkse sterfte hoger dan verwacht. De schatting van de sterfte in week 6 zit net onder de verwachte sterfte voor deze periode. Dit betekent niet dat er geen mensen meer overlijden aan COVID-19. Het RIVM registreerde 293 overleden COVID-19-patiënten in week 6 (stand 16 februari).

Sterfte bij Wlz-zorggebruikers neemt verder af

De sterfte bij mensen die zorg ontvingen in het kader van de Wet langdurige zorg is verder afgenomen in week 6. De schatting van de sterfte zit net onder de verwachte sterfte in deze periode. De sterfte onder de overige bevolking nam ook verder af. Er overleden bijna 1 300 Wlz-zorggebruikers, zoals bewoners van verpleeghuizen en gehandicaptenzorginstellingen. In de overige bevolking overleden 2 100 mensen.

Verdere afname sterfte bij 80-plussers

In week 6 overleden vooral minder 80-plussers dan in de weken ervoor. De sterfte in deze leeftijdsgroep is naar schatting lager dan wat je zou verwachten voor deze periode. Onder mensen jonger dan 80 jaar bleef de sterfte in week 6 ongeveer gelijk. Er overleden naar schatting 1 950 mensen van 80 jaar of ouder, bijna 1 100 mensen van 65 tot 80 jaar en ruim 350 mensen jonger dan 65 jaar.