Ook in april fors minder aantal motorvoertuigdiefstallen

Voor de vierde maand op rij was er dit jaar een forse daling van het aantal diefstallen van motorvoertuigen: nadat er in januari sprake was van een daling  met 29%, in februari met 43,7% en in maart met 27,3%, daalde het aantal motorvoertuigdiefstallen in april  met 25%: van 1.837 naar 1.377, zo blijkt uit cijfers van het Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit (LIV). In drie  van de elf voertuigcategorieën – zware bedrijfsvoertuigen (3), caravans (2) en bussen( 0) was het aantal diefstalgevallen vorige maand gelijk aan die in april 2020. In de overige categorieën was er sprake van een diefstaltoename met dubbele cijfers.

De grootste daling deed zich voor bij brom- en snorfietsen: met 277 stuks (27,7%) van 1.016 naar 743, gevolgd door die bij personenauto’s: van 463 naar 402 (min 13,2%). Er werden in april 96 jonge auto’s gestolen (101, min 11,7) en 304 (352, min 13,6%%) oudere modellen. Daarnaast werden er 101 motordiefstallen geregistreerd (164, min 38,4%), 83 diefstallen van lichte bedrijfsvoertuigen (127, min 34,6%), 39 aanhangers (51, min 23,5%) en vier opleggers (11, min 63,6%).

Januari-april

In de eerste vier maanden van dit jaar is het aantal diefstallen van motorvoertuigen explosief gedaald ten opzichte van dezelfde periode in 2020. Uit cijfers van het LIV komt naar voren dat er tussen begin januari en eind april in totaal 5.118 motorvoertuigdiefstallen zijn geregistreerd, maar liefst 31,3% minder dan de 7.450 diefstalgevallen vorig jaar in de eerste vier maanden van 2020.

Op bussen na (nul nu tegen 1 in 2020), was er in alle voertuigcategorieën  sprake van een forse afname van het aantal diefstalgevallen, variërend van 19,4% tot 56,5%. Iets meer dan de helft van alle diefstallen betrof brom- en snorfietsen (incl. scooters): 2.638,  32,8% minder dan de 3.923 diefstalgevallen vorig jaar in januari, februari, maart en april. Er werden daarnaast in deze maanden 1.651 personenauto’s gestolen, 576 (25,9%) minder dan de 2.227 diefstalgevallen in dezelfde periode van 2020. Het betrof voor het overgrote deel oudere modellen van vier jaar of ouder (1.263/was 1.681, min 24,9%) en 388 (546, min 28,9% auto’s t/m drie jaar oud.

Verder werden er tussen 1 januari en 30 april 325 lichte bedrijfsvoertuigen (583, min 44,9%) gestolen, 316 motoren (460, min 31,3%), 137 aanhangers (174, min 21,3%), 29 opleggers (36, min 19,4%), 12 zware bedrijfsvoertuigen (23, min 47,8%) en 10 caravans (23, min 56,5%).

Iets minder dan een kwart van de gestolen voertuigen teruggevonden

Van de 5.118 gestolen motorvoertuigen werden er in de eerste vier  maanden van dit jaar 1.499 teruggevonden, een terugvindpercentage van 28%. Het terugvindpercentage was het hoogst  bij lichte bedrijfsvoertuigen (38%), gevolgd door auto’s van vier jaar of ouder (36,0%), jongere modellen (35,0%).Minder dan gemiddeld werden de overige

voertuigcategorieën teruggebracht bij de rechtmatige eigenaar. Procentueel het slechtst scoren caravans (nul uit tien), gevolgd door aanhangers (13%), motoren (15%), bromfietsen en zware bedrijfsvoertuigen (beide 25%). Bij opleggers was het terugvindpercentage precies het gemiddelde: 28%.

  Voertuigclassificatie Gestolen Teruggevonden Percentage
Personenauto 0 t/m 3 jaar 388 136 35%
Personenauto 4 jaar en ouder 1263 457 36%
Bedrijfsvoertuigen zwaar (>3500) 12 3 25%
Bedrijfsvoertuigen licht ( <= 3500) 325 125 38%
Bromfiets 2638 656 25%
Motorfiets 316 46 15%
Aanhangers 137 18 13%
Caravans 10 0 0%
Bus                             –                               –   0%
Oplegger 29 8 28%
Totalen                      5.118                      1.449 28%