NLE houdt warm pleidooi voor nog meer samenwerking in letselbranche

‘Veranderingen kleuren de toekomst’. Zo luidde de titel van de ‘High tea-bijeenkomst’ die de NLE, branchevereniging voor de belangenbehartigers in de letselschadesector. NLE-voorzitter Rini Withagen greep de bijeenkomst aan om een warm pleidooi te houden voor nóg meer samenwerking in de letselbranche. “Veranderingen in de samenleving, in de wet- en regelgeving/jurisprudentie, bij de consument maar ook die in het letsellandschap en ons vak, vragen om samenwerking. Een harmonieuze schaderegeling in het belang van het slachtoffer moet centraal staan. Dat kunnen we niet alleen. Letselschaderegeling is een samenwerkingsproces tussen belangenbehartigers, verzekeraars en andere bloedgroepen. Ook al zijn er soms verschillen van mening, in het belang van slachtoffers zullen we samen moeten werken. Ook daaraan leveren we als NLE graag een bijdrage. Niet via de media, zoals recentelijk bij de discussie over de buitengerechtelijke kosten (BGK)  en ook niet op dossierniveau, maar in constructieve periodieke onderhandelingen op brancheniveau tussen PIV en NLE. Nogmaals, samenwerken met stakeholders is in het belang van de slachtoffers, dus daar moeten we ons voor blijven inzetten.”

Withagen benadrukte in zijn inleiding dat de letselschadebranche continu in beweging is. “Het landschap verandert, organisaties en bedrijven verdwijnen en nieuwe doen hun intrede. Ook het letselschadevak is aan verandering onderhevig, zoals door nieuwe ontwikkelingen als herstelgericht schaderegelen, het werken met één medisch adviseur en mediation. Bovendien evolueert ook de wet- en regelgeving en jurisprudentie. Denk aan de toegenomen aandacht voor smartengeld, het wetsvoorstel Affectieschade en de discussie over het aansprakelijkheidsstelsel, aangejaagd door de veel genoemde komst van de zelfrijdende auto.”De NLE-voorzitter vervolgt:  “Regelmatig veranderen inzichten en opvattingen over hoe letselschaderegeling optimaal kan worden ingericht. En van letselschadeprofessionals wordt verwacht dat ze mee veranderen. Dat is niet eenvoudig maar wel nodig om ons werk te verbeteren. Daarom kijken we als NLE continu vooruit: welke bewegingen zien we in de branche en wat betekenen deze voor onze achterban? Door een bijdrage te leveren aan actuele ontwikkelingen zorgen we er als NLE voor dat we samen met de NLE-leden klaar zijn voor de toekomst. ”

First Party-verzekering

Het high tea-event werd bijgewoond door een 60-tal NLE-leden en vertegenwoordigers van andere bij de letselschaderegeling betrokken professionals. Zij kregen onder leiding van dagvoorzitter mr. Annemiek van Reenen ten Kate (vice-voorzitter NLE) een breed en boeiend programma voorgeschoteld. NLE-bestuurslid Mark van Dijk liet de ontwikkelingen in de al decennia lopende discussie over de komst van een directe (verkeers)verzekering (first party-verzekering) de revue passeren. Daarbij benadrukte hij de kritische houding  van de NLE jegens de opstelling van verzekeraars op dit punt. Deze zien volgens de NLE in een dergelijke polis niet alleen een goede mogelijkheid om klantgericht en efficiënter te werken maar ook  om de stijgende schadelast beheersbaar en daarmee betaalbaar te houden, bijvoorbeeld door beperkingen in de te vergoeden schadeposten en een maximering van de omvang.  “De polisvoorwaarden zijn verworden tot de spelregels en er zijn grote verschillen in polisvoorwaarden. Bovendien wordt de kennis en keuzevrijheid van de consument hierbij overgewaardeerd”, aldus van Dijk, die verzekeraars oproep ruime dekkingen op te nemen in hun SVI (inzittenden) -verzekeringen, ook met het oog op eventuele imagoschade.

Drs. Deborah Lauria, directeur van De Letselschade Raad,  belichtte in haar presentatie niet alleen de werkzaamheden en de rol van de Raad in het brede speelveld van de letselschadebranche waarin ene groot aantal partijen en organisaties actief zijn, maar ging ook in op het strategisch plan 2016-2019 van de Raad en de financiering ervan. “De Letselschade Raad wil de helderheid en effectiviteit in de afhandeling van personenschade/letselschade vergroten. Daarom wordt gestreefd naar een betere en meer persoonlijke bejegening van mensen met letselschade, alsmede een kwalitatief van het proces ter afwikkeling van de schaderegeling”, zo verwoordde zij de missie van haar organisatie. Verder stond stil zij bij de recente komst van één Register Letselschade als gevolg van de fusie van DLR met de Stichting Keurmerk Letselschade (SKL). Ook zij benadrukte in haar verhaal het belang van samenwerking en verbinding in de letselschaderegelingsmarkt en benoemde betrokkenheid, objectiviteit, neutraliteit en kwaliteit als andere kernwaarden. “

Mr. Henk den Hollander, directeur Assuraad Advocaten,  nam zijn gehoor mee in de kwaliteitsverbetering die de letselschaderegelingsbranche door de jaren heeft doorgemaakt. Daarin maakte hij duidelijk dat het vroeger geenszins beter was, maar juist slechter in vergelijking met de huidige situatie. Daarbij wees hij onder meer op de komst van  tal van richtlijnen en keurmerken, alsmede op een betere klachtbehandeling en een sterke daling van het aantal langlopende dossiers. Al die zaken hebben volgens hem geleid  tot een beter klimaat in de letselbranche, “Al is het wel zaak het verbeterde klimaat bestendig te houden.”Mr. Yorick Boendermaker (Boendermaker Letselschade Advocaten) ging in op de  recente uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland (ECLI:NL:RBNNE:2017:715) met betrekking tot een vergoeding van immateriële schade aan gedupeerden van de aardbevingsschade in Groningen. Hierbij is ernstige schending van het fundamenteel persoonlijkheidsrecht als grond voor schadevergoeding toegewezen. Volgens Boendermaker kan deze uitspraak een grote impact hebben op de letselschadepraktijk, bijvoorbeeld in de vorm van nieuwe massaclaims en meer aandacht voor smartengeld. Hij zei te hopen dat er in de rechtspraak meer  aandacht komt voor de gevolgen van schending van het persoonlijkheidsrecht in relatie tot een aanspraak op vergoeding van smartengeld.

Slotspreker Jeroen Kemperman, senior manager strategy & business development bij Achmea/Zilveren Kruis, vertelde over briljante businessmodellen uit het verleden, heden en voor de toekomst van schadeverzekeringen. “In het verleden zijn vaker onoplosbaar geachte vraagstukken opgelost door innovatie. Disruptieve innovatie komt uit onverwachte hoek en begint vaak inferieur”, aldus Kemperman, die als een van de voorbeelden Interpolis noemde. “Om het vertrouwen van de consument te (her)winnen werd er gekozen voor transparantie (‘Glashelder’) en hoefde er bij schade onder meer geen bonnetjes te worden ingeleverd. Door de verantwoordelijkheid bij de verzekerden neer te leggen bleef de verwachte toename van de schade uit. Sterker nog, deze liep terug.”. Alle aanwezigen kregen na afloop een exemplaar van zijn boek ‘Briljante businessmodellen in Finance’ uitgereikt.

Op de foto de sprekers van het NLE High Tea Event: v.l.n.r. dagvoorzitter mr. Annemiek van Reenen ten Kate, Yorick Boendermaker, Deborah Lauria, Jeroen Kemperman, Mark van Dijk, Henk den Hollande en Rini Withagen.

In de eerstvolgende editie van het digitale magazine van Risk & Business wordt uitgebreider op de verschillende presentaties ingegaan