NIVRE-voorzitter Hans de Hoog: Zorgdragen voor kwantitatief en kwalitatief volwaardig expertisekorps in de (nabije) toekomst is niet alleen een zaak van de expertisebranche maar van de gehele markt!

Het zorgdragen voor een kwantitatief en kwalitatief volwaardig expertisekorps in de (nabije) toekomst is niet alleen een zaak is van de expertisebranche zelf maar van de gehele markt. Dat stelt NIVRE-voorzitter Hans de Hoog  in een uitgebreide blog in het gisteren verschenen digitale magazine van Risk & Business .

Hij benadrukt daarin dat de primaire verantwoordelijkheid hiervoor bij de branche zelf ligt. “Daar wordt al geruime tijd door alle partijen – NIVRE eén de individuele bureaus – hard aan gewerkt.  Zowel aan de noodzakelijke nieuwe instroom van schade-experts van buitenaf, als vervolgens aan de opleiding van die nieuwe aanwas. Dat is een langdurig en kostbaar proces”, aldus De Hoog, die van mening is dat de expertisebranche zowel de nieuwe instroom als de opleiding van nieuwe medewerkers altijd prima heeft  weten te managen.

De NIVRE-voorzitter geeft daarbij wel aan dat dit in de loop der jaren voor de bureaus geleidelijk aan wel steeds lastiger is geworden. Daar zijn volgens hem meerdere redenen voor aan te wijzen: de onder druk staande tarieven  waardoor er ook bij de expertisebureaus minder budget overblijft om nieuwe mensen aan te trekken en/of te investeren in opleidingen, de toegenomen werkdruk en het sterk verminderende aanbod aan kleinere schades,  die  van oudsher een mooie leerschool vormden voor nieuwkomers in het vak om als zelfstandig werkend expert ervaring op te doen. “Nu worden te behandelen dossiers complexer en vergen derhalve meer tijd en inzet van experts, terwijl bovendien de eisen van opdrachtgevers ten aanzien van kennis, kwaliteit, klantgerichtheid en snelheid (doorlooptijden) verder toenemen. En dat liefst voor dezelfde prijs als vorig jaar, of nog een beetje minder.”

De situatie is nu zo dat de beschikbare expertisecapaciteit weliswaar voldoende is om het reguliere werk goed te kunnen blijven uitvoeren. “De vraag is of deze toereikend blijft om bij grote calamiteiten, zoals een zware storm, hagelbuien of een grootschalige wateroverlast, verzekeraars en andere opdrachtgevers die service te kunnen bieden op het kwalitatief hoogwaardige niveau dat zij van ons gewend zijn. Bij de januaristormen van 2018 hebben wij, verzekeraars en andere opdrachtgevers aan den lijve ondervonden wat dat in de praktijk betekent voor bijvoorbeeld de doorlooptijden. Dat is  een voorbode voor wat we vaker zullen meemaken. Daar komt bij dat er rekening mee moet worden gehouden dat het aantal ingeschreven Register-Experts in het NIVRE-Register tussen nu en vijf jaar alleen al als gevolg van pensionering met meer dan 15% zal inkrimpen. 

Gezamenlijk optrekken

Hoe handhaven we in omvang en niveau een expertisekorps dat beantwoordt aan de verwachtingen van de klant? Dat is dé uitdaging voor het komende decennium. Voor ons, maar in feite voor de gehele markt!” vervolgt de NIVRE-voorzitter. “Opdrachtgevers zijn uit op tevreden klanten en beheersing van de schadelast. Een professionele, snelle en faire schadebehandeling draagt daar aan bij. Dat kan alleen als er voldoende goed opgeleide en ervaren experts klaarstaan. Het werven en opleiden is één kant. Het afstemmen van de behoeften een andere. We moeten de visie van onze opdrachtgevers op toekomstige expertisebehoefte kennen en doorgronden, om daarop te kunnen aansluiten. En er moet van beide kanten bereidheid zijn daarin te investeren; de expertisebranche direct, de verzekeringsmarkt indirect.”  

De NIVRE-voorzitter zegt goede ontwikkelingen te zien. “Opdrachtgevers zoeken in toenemende mate partnerships met expertiseorganisaties. En zijn zich bewust van de praktische en financiële consequenties van goed functionerende schaderegeling en –afwikkeling. Met het doorzetten van die tendens vergroten we samen de kans op goed werkende partnerships, schadelastbeheersing en tevreden klanten. Met een korps experts dat kwantitatief en kwalitatief past bij de wensen van vandaag en morgen.” Het volledige artikel in Risk & Business Magazine vindt u hier: http://riskenbusiness.nl/wp-content/uploads/2019/10/RB5_2019.pdf