Nieuw protocol ‘veiligheid en toezicht schoolzwemmen’

 

Badmeesters voelen zich sinds het dodelijke ongeval van een kind tijdens schoolzwemmen meer verantwoordelijk. Ze hebben sindsdien ook meer stress. Dat blijkt uit een enquête gehouden onder duizend badmeesters door de Vereniging Sport en Gemeenten. De resultaten van het onderzoek worden vandaag en morgen besproken op een congres waar veiligheid in het zwembad op de agenda staat.Na de verdrinking van het kind voelt 69% zich meer verantwoordelijk, 40% ervaart hierna meer werkstress, 9 % heeft meer last van stress en 9% heeft hierdoor minder werkplezier. Badmeesters zeggen dat ze na de verdrinking alerter langs het zwembad staan. Ook grijpt de helft sneller preventief in.In 42%t van de zwembaden heeft de werkgever geen aandacht aan het ongeval besteed. Dat moet anders, zegt André de Jeu, directeur van de Vereniging Sport en Gemeenten. Hij wil dat alle zwembaden voortaan melding doen van ongevallen. Dat kan door een meldcode op te stellen, meldt NOS.

Protocol

Vereniging Sport en Gemeenten heeft het protocol ‘Veiligheid en Toezicht Schoolzwemmen’ uit 2007 laten herijken. Tijdens het Nationaal Zwembadcongres in Amersfoort overhandigde Werner Altenaar van Marxman Advocaten – lid van het VSG-Legal Network – de actualisatie aan VSG-voorzitter Lucas Bolsius. De herziening was nodig vanwege juridische ontwikkelingen in de laatste jaren. Het protocol en de bijlagen zijn op diverse punten herzien. Enerzijds zijn de recente juridische ontwikkelingen meegenomen en anderzijds de ervaringen uit de praktijk betrokken. Dit resulteert in een actueel Protocol dat ook praktisch en uitvoerbaar is.

Net als bij andere schoolse activiteiten is het volgens VSG van belang dat tijdens het schoolzwemmen voldoende toezicht op de leerlingen wordt gehouden. Hierom moeten de samenwerkende partijen – de school, het zwembad en (lokale) overheidsinstellingen – duidelijke en sluitende afspraken maken. Het VSG Protocol Veiligheid en Toezicht Schoolzwemmen 2017 en de bijlagen beogen de verantwoordelijkheden en taken tussen de samenwerkende partijen onderling af te spreken en te verduidelijken. Dit heeft als uiteindelijke doel de veiligheid van de leerlingen zoveel

Bij herziening is het vertrekpunt geweest dat de school, de groepsleerkrachten, de zwembadexploitant en de zweminstructeurs een gedeelde verantwoordelijkheid hebben voor het toezicht. De verantwoordelijkheden en taken moeten onderling worden verdeeld en vastgelegd, zodat deze voor een ieder helder zijn. Zo sluit het toezicht op de leerlingen steeds naadloos op elkaar aan en wordt de veiligheid van de leerlingen zoveel mogelijk geborgd.Daarnaast kunnen de toezichthouders de verantwoordelijkheden en taken nader invullen conform lokale gewoonten en gebruiken in de bijlagen. Er is dus ruimte voor maatwerk.

Bovendien is er extra aandacht besteed aan het toezicht vóór en na het zwemonderwijs. Zo moet er voldoende toezicht worden gehouden tijdens het vervoer, maar ook tijdens het ‘vrij zwemmen’ aan het einde van de les. Ook is geborgd dat voldoende toezicht wordt gehouden in bijzondere situaties. Bijvoorbeeld als een leerling beperkte zwemvaardigheden bezit, of als er een taalbarrière bestaat. Hiervoor vindt voorafgaand aan het zwemonderwijs een informatieoverdracht plaats dat schriftelijk wordt vastgelegd. Vereniging Sport en Gemeenten adviseert scholen en zwembaden zo snel mogelijk het nieuwe protocol met elkaar te bespreken en te ondertekenen. Vervolgens moeten deze afspraken uiteraard in de praktijk worden gebracht. Tot slot moeten de afspraken periodiek worden geëvalueerd, en zo nodig, worden bijgesteld om de veiligheid van de leerlingen zoveel mogelijk te waarborgen.

 

Op de foto: links Werner Altenaar (Marxman Advocaten – lid van het VSG-legal network) en rechts VSG-voorzitter Lucas Bolsius