Mei vijfde maand op rij met daling aantal motorvoertuigdiefstallen met dubbele cijfers de 30%


 Voor de vijfde maand op rij was er dit jaar een forse daling van het aantal diefstallen van motorvoertuigen: nadat er in januari sprake was van een daling  met 29,4%, in februari met 43,7% , in maart met 28,0% en in april , daalde het aantal motorvoertuigdiefstallen in april  met 25,7%, liep vorige maand het aantal motorvoertuigdiefstallen terug met 14,5% van 1.884 naar 1.610, zo blijkt uit cijfers van het Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit (LIV). In Alleen bij personenauto’s was er sprake van een lichte toename van het aantal diefstalgevallen: 475 tegen 446 (+ 0,02%). Tegenover stijging van het aantal jonge modellen (124/112m + 10,7%) staat een daling bij de oudere modellen (351/362, min 3,0%).

De grootste daling deed zich voor bij brom- en snorfietsen: met 151 stuks (14,%) van 1.023 naar 872, gevolgd door die bij motoren: van 179 naar 140 (min 21,8%). Daarnaast werden er 73 diefstallen van lichte bedrijfsvoertuigen geregistreerd (137, min 46,7%), 39 aanhangers (46, min 42,9%), en zes opleggers (12, min 50%%) en één zwaar bedrijfsvoertuig (6, min 83,3%). Net als vorig jaar mei werd er vorige maand geen bus gestolen.

Januari-mei

In de eerste vijf maanden van dit jaar is het aantal diefstallen van motorvoertuigen explosief gedaald ten opzichte van dezelfde periode in 2020. Uit cijfers van het LIV komt naar voren dat er tussen begin januari en eind mei in totaal 6.710 motorvoertuigdiefstallen zijn geregistreerd, maar liefst 28,1% minder dan de 9.332 diefstalgevallen vorig jaar in de eerste vijf maanden van 2020.

Op bussen na (nul nu tegen 1 in 2020), was er in alle voertuigcategorieën  sprake van een forse afname van het aantal diefstalgevallen, variërend. Iets meer dan de helft van alle diefstallen betrof brom- en snorfietsen (incl. scooters): 3.502,  29,2% minder dan de 4.945 diefstalgevallen vorig jaar in de eerste vijf maanden van het jaar. Er werden daarnaast in deze maanden 2.121 personenauto’s gestolen, 580 (21,5) minder dan de 2.227 diefstalgevallen in dezelfde periode van 2020. Het betrof voor het overgrote deel oudere modellen van vier jaar of ouder (1.610/was 2.043, min 21,2%) en 511 (656, min 22,3%), auto’s t/m drie jaar oud.

Verder werden er tussen 1 januari en 31 mei 397 lichte bedrijfsvoertuigen (719, min 44,8%) gestolen, 455 motoren (639, min 28,8%), 173 aanhangers (220, min 21,4%), 35 opleggers (46, min 27,1%), 14 caravans (30, min 53,3%) en 13 zware bedrijfsvoertuigen (29, min 55,2%).

Iets minder dan drie van de tien gestolen voertuigen teruggevonden

Van de 6.710 gestolen motorvoertuigen werden er in de eerste vijf  maanden van dit jaar 1.963 teruggevonden, een terugvindpercentage van 29%. Het terugvindpercentage was het hoogst  bij lichte bedrijfsvoertuigen (39%), gevolgd door zware bedrijfvoertuigen (38%),  auto’s van vier jaar of ouder (36,0%), jongere modellen (35,0%) en opleggers (34%) .Minder dan gemiddeld werden de overigevoertuigcategorieën teruggebracht bij de rechtmatige eigenaar. Procentueel het slechtst scoren caravans (7%), gevolgd door aanhangers (16%), motoren (18%) en bromfietsen (26%).  

Voertuigclassificatie Gestolen Teruggevonden Percentage
Personenauto 0 t/m 3 jaar 511 179 35%
Personenauto 4 jaar en ouder 1610 586 36%
Bedrijfsvoertuigen zwaar (>3500) 13 5 38%
Bedrijfsvoertuigen licht ( <= 3500) 397 156 39%
Bromfiets 3502 917 26%
Motorfiets 455 80 18%
Aanhangers 173 27 16%
Caravans 14 1 7%
Bus                                0                             –   0%
Oplegger 35 12 34%
Totalen                          6.710                      1.963 29%