Lichte toename diefstallen motorvoertuigen in eerste kwartaal van 2020

In de eerste drie maanden van dit jaar zijn er in ons land 5.692 motorvoertuigen gestolen, 99 (1,8%) meer dan in dezelfde periode in 2019, zo blijkt uit cijfers van het Landelijk Informatiecentrum Voertuigdiefstallen (LIV). Tegen een diefstaltoename in de eerste twee maanden van het jaar staat een afname van het aantal gestolen motorvoertuigen in maart.

In zes van de elf voertuigcategorieën werd een toename geregistreerd van het aantal diefstalgevallen, in drie een daling en in twee was het aantal diefstalgevallen exact gelijk aan die in het eerste kwartaal van 2019. De grootste diefstalstijging deed zich voor bij lichte bedrijfsvoertuigen:  met 132 (40,2%) van 328 naar 60. Bij bromfietsen groeide het aantal diefstallen met 78 (2,7%) van 2.886 naar 2.964. Van een diefstaltoename is ook sprake bij  aanhangers (126 vs 117, + 7,7%), caravans (21 vs 14, + 50%)  en zware bedrijfsvoertuigen (20 vs 10, + 100%).   

In het eerste kwartaal van dit jaar  werden daarnaast 436  ‘jonge’ personenauto’s gestolen (t/m 3 jaar oud),  18 (4,3 %) meer dan in dezelfde maanden vorig jaar. Daar staat tegenover dat er minder oudere modellen werden gestolen: 1.341  (was 1.462), een afname met 8,3%. Daardoor komt het totaal aantal personenautodiefstallen dit jaar tot dusver uit op 1.777,  103 (min 5,5%) minder dan vorig jaar fin dezelfde periode. Ook werden er minder motoren gestolen: 298  tegen 332 een jaar eerder, een daling met 10,2 %.  Net als vorig jaar  werd er ook in de eerste drie maanden van dit jaar 25 opleggers + 44%

Maart

Na een diefstaltoename in de eerste twee maanden van het jaar nam het aantal gestolen motorvoertuigen in de maand maart voor het eerst dit jaar af:  met 4,7% van 2.056 naar 1.960. In zes van de elf voertuigcategorieën werd een daling geregistreerd van het aantal diefstalgevallen, in drie een stijging en in twee was het aantal diefstalgevallen exact gelijk dan vorig jaar maart. Van een diefstalstijging was sprake bij lichte bedrijfsvoertuigen (167/116, + 44%), bij aanhangers  (45/42, + 7,1%) en bij zware bedrijfsvoertuigen (7/32, + 133%).

Uit de LIV-cijfers blijkt verder dat er in maart 2020 minder personenauto’s eerder gestolen dan een jaar eerder: 599 tegen 637, een daling met 6%. Er werden 151 (161, min 6,2%) jonge modellen gestolen en 448 (76, min 5,9%) oudere modellen. Daarnaast werden er ook minder bromfietsen ontvreemd (1.008/1.117, min 9,8%), en ook minder motoren (123/125, min 1,5%) en  opleggers (5/10, min 50%). Net als in 2019 werd er vorige maand zes caravans gestolen en geen enkele bus.

 Iets meer dan een kwart teruggevonden

Van de 5.692 gestolen voertuigen werden er in januari, februari en maart  in  totaal 1.654 teruggevonden, een terugvindpercentage van 29,1%. Het terugvindpercentage was het hoogst  bij zware bedrijfsvoertuigen (65,0%)en opleggers (60%), , op ruime afstand gevolgd door  jonge personenauto’s (35,3%), personenauto’s van vier jaar en ouder  (34,5%), en lichte bedrijfsvoertuigen (30,7%).

Minder dan gemiddeld werden de overige voertuigcategorieën teruggebracht bij de rechtmatige eigenaar. Procentueel het slechtst scoren bussen met een terugvindpercentage van 0% (0 uit 1), gevolgd door caravans (9,5%),  motoren (14,1%), aanhangers (20,6%) en  bromfietsen (27,0%).