Landelijke Organisatie van Verkeersslachtoffers pleit voor verplichte bloedproef bij dodelijke aanrijding

Na een dodelijke aanrijding moeten bloedproeven genomen mogen worden bij de dader om te controleren op alcohol en drugs, ook al is de dader zelf overleden. Daarvoor pleit de Landelijke Organisatie van Verkeersslachtoffers (LOV). Dat is nu niet mogelijk: in de Grondwet is de onaantastbaarheid van het lichaam verankerd.

De Landelijke Organisatie van Verkeersslachtoffers (LOV) noemt twee redenen waarom het belangrijk is vast te stellen of de dode dader onder invloed was. Voorzitter Elly Winkel: “Het helpt de nabestaanden van de slachtoffers bij het verwerkingsproces als ze daarover niet in onzekerheid verkeren. Omdat alcohol- en drugsgebruik nu niet worden vastgesteld als de veroorzaker om het leven is gekomen, is ook niet bekend hoeveel dodelijke ongelukken daardoor worden veroorzaakt. “We hebben het gevoel dat het aantal verkeersslachtoffers door dronken automobilisten stijgt, met name door de komst van Polen en Bulgaren die met alcohol op achter het stuur gaan.” Een politiewoordvoerder vermoedt dat het gaat om 11 tot 24% van het totaal aantal dodelijke slachtoffers.

De vraag naar een standaard bloedproef bij omgekomen bestuurders wordt om de zoveel jaar door belangenverenigingen gesteld. Of er alcohol of drugs in het spel waren is ook van belang wanneer slachtoffers of hun nabestaanden letselschade willen verhalen op de dader. In België, Frankrijk en Duitsland is post mortem onderzoek al wel gebruikelijk

Een woordvoerder van het ministerie van Veiligheid en Justitie zegt dat minister Dekker in het kader van de modernisering van het Wetboek van Strafvordering wil onderzoeken of onder bepaalde voorwaarden alcohol- of drugsgebruik ook na de dood van de verdachte mag worden vastgesteld. Winkel is sceptisch: “Het ministerie zegt al vele jaren dat ze het zullen gaan onderzoeken.”