JBL&G pleit voor meer bescherming buitenlandse arbeiders bij een combinatie van werk en door de werkgever geregelde huisvesting

“Je hand kwijtraken door een defecte machine in een ver buitenland, en dan zelf beticht worden van ongewenst gedrag en drugsgebruik, of meteen je baan en je huis ook nog verliezen. Wanneer buitenlandse arbeiders hier een ernstig bedrijfsongeval overkomen, zijn zij met regelmaat beduidend slechter af dan Nederlandse werknemers”, zegt Letselschadebureau JBL&G, dat jaarlijks vele schrijnende gevallen zegt te zien voorbijkomen en pleit ervoor dat arbeidsmigranten die zowel voor inkomen als huisvesting afhankelijk zijn van hun werkgever meer bescherming krijgen.

In een persbericht schrijft JBL&G: “Honderdduizenden arbeidsmigranten uit vooral Oost-Europa zijn in Nederland aan het werk. In de bouw, de bollen, de metaalindustrie, en tal van andere, vaak zware beroepen. De SP pleitte eerder deze maand nog vurig voor een tijdelijk totaalverbod op economische migratie, vooral nadat de Arbeidsinspectie bij de politiek aan de bel trok. Slechte werkomstandigheden, beroerde huisvesting, lage lonen, uitbuiting: het is allemaal aan de orde. Duizenden gewond geraakte, ziek geworden, ontslagen of afgekeurde arbeidsmigranten zijn zelfs dakloos geworden en bivakkeren noodgedwongen op straat, stelden diverse hulporganisaties vorige week nog in het NOS-Journaal.”

JBL&G pleit voor meer bescherming bij een combinatie van werk en door de werkgever geregelde huisvesting. Mocht een werkgever ook de huisvesting van de arbeidsmigrant regelen, dan moet volgens het letselbureau worden voorkomen dat de arbeidsmigrant bij arbeidsongeschiktheid of ontslag vrijwel direct letterlijk op straat komt te staan. Directeur Frederik Lieben: “Ook moet er meer oog komen voor de veiligheid op het werk en voor de woonomstandigheden van arbeidsmigranten. We zouden de overheid willen stimuleren om dit onderwerp hoog op de agenda te zetten. Er moet snel meer controle komen op de veiligheid bij bedrijven met arbeidsmigranten in dienst.”

JBL&G heeft veel arbeidsmigranten als cliënt, vooral de vestigingen Amsterdam en Rotterdam. Frederik Lieben: “Zij hebben hier in Nederland een bedrijfsongeval gehad. Denk dan bijvoorbeeld aan ongevallen met scherpe messen, zaagmachines en ander gevaarlijke apparatuur, of een val van grote hoogte, waarbij ze lelijk letsel kunnen oplopen. Ze zitten vrijwel altijd financieel in een moeilijke positie. Hun geld gaat vaak naar het thuisland, ze spreken de taal niet, kennen hier niemand en krijgen geen financiële en juridische hulp als hen iets overkomt.”

Afhankelijk van werkgever

“Ze zijn ontzettend afhankelijk van hun werkgever. Voor huisvesting heb je natuurlijk geld nodig, maar de werkgever zorgt vaak zowel voor het inkomen als de huisvesting. Dus als na een ongeluk dat inkomen en de huisvesting wegvalt, is de consequentie vaak toch dat ze maar terug naar huis gaan. Of, in het uiterste geval, dakloos raken.”

“Anderen zullen zich door verschillende factoren gedwongen voelen toch weer te gaan werken, ondanks zware beperkingen. Ze hebben geen idee wat hun rechten zijn, worden daar door niemand op gewezen, en voelen zich door financiële stress genoodzaakt voor zorg naar hun land van herkomst terug te verhuizen. Het gaat vaak om mannen en vrouwen met aanzienlijk letsel, doordat ze over het algemeen met zwaardere machines werken.”

“Wat je bijvoorbeeld vaak ziet, is dat het bij de werkgever schort aan instructies in een voor de werknemer begrijpelijke taal. Er is geen of onvoldoende scholing. Het komt redelijk vaak voor dat er on the job zou zijn geschoold, mondeling, maar daar is dan vaak geen enige vorm van bewijs van. Een ander voorbeeld is het niet houden van zogeheten toolboxmeetings , waarin de werking van werkmateriaal wordt toegelicht en de veiligheidsinstructies worden gegeven.”

“Toedrachtsonderzoeken na een bedrijfsongeval kunnen een zeer eenzijdig verhaal van de werkgever weergeven. Als er tijdens het onderzoek niet goed wordt doorgevraagd op verklaringen vanuit de werkgever, of als er niet wordt gevraagd naar bijvoorbeeld onderbouwende stukken, zoals aanwezigheidslijsten van toolboxmeetings , begin je al gauw met een achterstand, waardoor een zaak onnodige vertraging op kan lopen. Die tijd heb je vaak niet. Er staan naar onze mening vaak halve waarheden in, doordat de werkgever als eerste de gelegenheid heeft gehad om uitgebreid zijn zegje te doen. Die worden dan regelmatig voor waar aangenomen door de wederpartij.”

Kwaad daglicht

“Er wordt soms alles aan gedaan om cliënten in een kwaad daglicht te stellen, desnoods met valse beschuldigingen, om zo mogelijk onder de aansprakelijkheid uit te komen. Iemand had bijvoorbeeld in een fabriek met een grote zaagmachine zijn hand afgesneden. Die machine deugde niet, er waren geen instructies gegeven in de eigen taal, én er was geen toezicht. De nadruk in het toedrachtsonderzoek werd vervolgens gelegd op een verklaring van een leidinggevende waarin stond dat onze cliënt onder werktijd zou hebben geblowd en dat hij erkend zou hebben ongewenst gedrag te hebben vertoond. Later bleek deze verklaring te berusten op een door de werkgever vervalst document. Onze cliënt was dus niet alleen een ledemaat kwijt, maar werd ook nog eens vals beticht van ongewenst gedrag en wat al niet meer. Zo’n werkgever schendt dan niet alleen zijn zorgplicht, maar pleegt ook nog valsheid in geschrifte. Het zijn excessen, maar ze gebeuren.”

Foto JBL&G: ” Veiligheidsinstructies met pictogrammen. Maar vaak zijn er veel uitgebreidere instructies nodig in de eigen taal..