Jaarverslag Inspectie SZW: forse toename dodelijke en andere ongevallen

Door arbeidsongevallen kwamen vorig 70 werknemers om het leven, 19 meer (+ 37,3%) meer dan de 51 in 2015. In de afgelopen vijf jaar stierven alleen in 2013 (73) meer mensen door een ongeval op het werk. Daarnaast vertoont het aantal niet dodelijke ongevallen jaar op jaar een toename. In 2012 deden zich er 1.984 en dat aantal liep sindsdien op via 2.047 (2013 en 2014), 2.114 (2015) naar 2.389 (+ 13,0%) vorig jaar, zo blijkt uit het Jaarverslag 2016 van de Inspectie SZW . De meeste slachtoffers vallen in de bouw, industrie, handel en afvalbeheer. Daar staat tegenover dat het aantal klachten over arbeidsomstandigheden is afgenomen: van 1.380 in 2012 via 1.213 in 2015 naar 1.183 in 2016.

In het jaarverslag schrijft de Inspectie SZW dat onderbetaling van werknemers en het stijgend aantal arbeidsongevallen haar grote zorgen baren en dat ‘mensen altijd boven productie  moeten gaan’. In 2016 kwamen 70 mensen door arbeidsongevallen om het leven. Ook zien de inspecteurs en rechercheurs dat er werknemers uitgebuit worden. Werkuren die niet worden uitbetaald, uurtarieven die niet kloppen en het ten onrechte inhouden van vergoedingen op het salaris.

Fouten vaak onnodig

“Werknemers die de ultieme prijs betaalden voor vaak onnodige fouten. Als bedrijfsleven en overheid hebben we de morele plicht om van hun dood te leren. Al deze offers raken niet alleen de bedrijven waar dit is gebeurd, maar ook alle ondernemingen waar datzelfde ongeval morgen plaats kan vinden. Ook als overheid moeten we ons maximaal inspannen om herhalingen te voorkomen”, aldus inspecteur-generaal Marc Kuipers. “De inspectie SZW zet zich daar dagelijks voor in. Waar het kan, doen we dat samen met het bedrijfsleven. Daar waar de wil is van de integere ondernemer en waar de werknemer boven winst gaat. Waar dat niet het geval is vervullen we onze rol als strenge toezichthouder en grijpen we in. Met alle instrumenten die we hebben om misstanden aan te pakken. Maar vooral ook om ze te voorkomen”.

Een ander fenomeen in het jaarverslag dat uitdrukkelijk naar voren komt, is de uitbuiting van werknemers. Systematische onderbetaling, te lange werkdagen en het ten onrechte laten betalen van vergoedingen worden stelselmatig door de Inspectie geconstateerd. Het handhavingpercentage bij controles hierop bedraagt 40%. Volgens de Inspectie worden door deze bedrijven bewust de wettelijke regels overtreden. Daarnaast is er een categorie die actief de mazen van de wet opzoekt. Met constructies die mogelijk naar de letter van de wet standhouden, maar die vervolgens op allerlei onwenselijke manieren worden toegepast.

Marc Kuipers: “We zetten onze inspectiecapaciteit hier gericht op in. Samen met anderen zoals de NVWA, de ILT en de Belastingdienst. Niet alleen bij het uitvoeren van inspecties, maar ook om te zien hoe we beter gebruik van elkaars databestanden maken. Door het koppelen van de informatie komen we sneller tot gerichte analyses en conclusies. Zodat we zo gericht en efficiënt mogelijk daar kunnen zijn waar dat het hardste nodig is”.

Ook wordt in het jaarverslag ingegaan op de maatschappelijke effecten van het werk van de Inspectie. Tot nu toe werd de effectiviteit van de Inspectie vooral beoordeeld aan de hand van het aantal uitgevoerde inspecties en de boetes die werden opgelegd. Maar een inspectie kan uren duren, dagen of weken. Een verantwoording met cijfers stimuleert daarbij korte inspecties, terwijl het de samenleving gaat om maximaal effect.  Om die reden richt de Inspectie SZW zich in haar verantwoording meer  op deze maatschappelijke effecten.