In mei voor derde maand op rij afname aantal motorvoertuigdiefstallen

Na een diefstaltoename in de eerste twee maanden van het jaar en een daling van het aantal gestolen motorvoertuigen in de maanden  maart en april nam het aantal voertuigdiefstallen in de maand mei opnieuw af: met 6.6% van 2.061 naar 1.924. In vijf van de elf voertuigcategorieën werd een daling geregistreerd van het aantal diefstalgevallen en eveneens in vijf een stijging, terwijl in één categorie (bussen) het aantal diefstalgevallen exact gelijk was aan die in vorig jaar mei, zo blijkt uit cijfers van het Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit (LIV).  

 Het aantal personenautodiefstallen daalde voor de vijfde maand op rij: van 602 naar 484, een daling met 19,6%. Er werden vorige maand 113 jonge auto’s gestolen (was 148, min 16,9%), en 371 (454 ( min 18,3%) oudere modellen. Ook bij brom- en snorfietsen (incl. scooters) was er sprake van een diefstalafname: met 11.2%  van 1.184 naar 1.051. Dat gold ook voor caravans: van 10 naar 7, min 30%.

Daar staan diefstalstijgingen tegenover bij motoren (179/131, + 36,6%), lichte bedrijfsvoertuigen (137/90, + 52,2%), aanhangers  (47/37, + 27,0%), en opleggers (13/4, + 125%). Net als vorig jaar mei  werd er vorige maand geen enkele bus gestolen.

Januari-mei

Uit de LIV-cijfers over de eerste vijf maanden van dit jaar blijkt dat er in ons land iets minder motorvoertuigen zijn gestolen dan in dezelfde periode vorig jaar. De teller geeft tot nu toe 9.432 diefstalgevallen aan, 174  (min 1,8%) minder dan de 9.606 vorig jaar tussen januari en mei. Toch is in zes van de elf voertuigcategorieën sprake van een gestegen aantal voertuigdiefstallen, in vier  van een afname en in één categorie (bus)  was het aantal diefstalgevallen exact gelijk aan die in vorig jaar in deze periode: er werd in vijf maanden tijd één bus gestolen.

De daling van het aantal motorvoertuigen kan vooral worden toegeschreven op het conto van de oudere personenauto’s. Daarvan werden er dit jaar tot dusver 2.061 gestolen, 285 (min 12,1%) minder dan de 2.346 vorig jaar in dezelfde periode. Van de jongere auto’s (t/m3 jaar) werden er 661 gestolen, 35  (5,0%) minder dan de 696 vorig jaar. Daardoor liep het totaal aantal personenautodiefstallen met 320 (min 10,5%) terug van 3.042 naar 2.722. Ook bij brom- en snorfietsen was sprake van een diefstalafname: met 2,8% (142 stuks)van 5.158 naar 5.016. 

In alle overige voertuigcategorieën nam het aantal voertuigdiefstallen daarentegen toe. De meeste diefstallen betrof  lichte bedrijfsvoertuigen 722/532, + 35,6%), motoren (640/602, + 6,3%), aanhangers  (222/189, + 17,5%), opleggers (50/36, + 38,9%), caravans (30/27, + 11,1%) en zware bedrijfsvoertuigen (29/19, + 52,6%).

 Iets meer dan drie van de tien gestolen voertuigen teruggevonden

Van de 9.432 gestolen voertuigen werden er in de eerste vijf maanden van dit jaar 2.969  teruggevonden, een terugvindpercentage van 31,5%. Het terugvindpercentage was het hoogst  bij zware bedrijfsvoertuigen (69,0%), gevolgd door opleggers (48,0%), oudere personenauto’s (38,2%), jongere modellen (34,3%) en lichte bedrijfsvoertuigen (33,5%). Minder dan gemiddeld werden de overige voertuigcategorieën teruggebracht bij de rechtmatige eigenaar. Procentueel het slechtst scoren caravans (10,0%), gevolgd door  motoren (18,1%), aanhangers (19,8%) en  bromfietsen (30,0%).