In juli overleden wekelijks iets meer 65- tot 80-jarigen dan verwacht

In juli overleden wekelijks net iets meer mensen dan verwacht, vooral in de leeftijdsgroep 65 tot 80 jaar. In week 30 (26 juli tot en met 1 augustus) overleden naar schatting 2.900 mensen. Dat zijn er ruim 150 meer dan verwacht voor deze periode. Dat meldt het CBS op basis van de voorlopige sterftecijfers per week.

Per week waren er in juli weinig fluctuaties in het aantal overledenen, en lag de sterfte net iets boven de verwachte sterfte. Een maand eerder was er nog een week met oversterfte (week 22, de eerste week van juni), en een week waarin de sterfte lager was dan verwacht (week 25, vanaf 21 juni). De schatting voor de laatste week van juli (week 30) ligt ruim 150 sterfgevallen boven de verwachting en binnen het interval van gewoonlijke fluctuaties (op basis van de schatting is er dus geen oversterfte). Het RIVM registreerde 22 overleden COVID-19-patiënten in week 30 (stand 3 augustus).2020 →2021

Sterfte bij Wlz-zorggebruikers en overige bevolking net boven verwacht

In juli lag de wekelijkse sterfte zowel voor mensen die zorg ontvingen in het kader van de Wet langdurige zorg (Wlz) als voor de overige bevolking net boven de verwachte sterfte. Ook de schatting van week 30 ligt bij beide groepen boven verwacht. Er overleden in week 30 ongeveer 1.050 Wlz-zorggebruikers, zoals bewoners van verpleeghuizen en gehandicaptenzorginstellingen. In de overige bevolking overleden ongeveer 1.850 mensen.

Sterfte onder 65- tot 80-jarigen toegenomen

Onder 65- tot 80-jarigen was de wekelijkse sterfte in juli iets hoger dan verwacht. In week 30 was er oversterfte. Er overleden in die week naar schatting bijna 950 mensen van 65 tot 80 jaar, bijna 100 meer dan verwacht. In de afgelopen vier weken in juli overleden ongeveer 200 mensen van 65 tot 80 jaar meer dan verwacht. Begin juni (week 22 en 23) was er ook oversterfte in deze leeftijdsgroep. Daarna nam de sterfte af, maar steeg weer vanaf begin juli (week 26).

De wekelijkse sterfte onder 80-plussers was in juli ongeveer gelijk aan de verwachte sterfte. In week 30 overleden naar schatting ruim 1.550 mensen van 80 jaar of ouder, ruim 50 boven de verwachte sterfte voor die week. Tussen de tweede week van februari en eind april lag de sterfte in deze leeftijdsgroep onder de verwachte sterfte. Sindsdien schommelde de sterfte per week rond de verwachting. In week 25 was er ondersterfte.

Sterfte aan COVID-19 tot en met maart bekend

De cijfers over de (over)sterfte zijn gebaseerd op de dagelijkse berichten over het aantal overledenen die het CBS dagelijks ontvangt. Deze berichten bevatten geen informatie over de doodsoorzaak. Die informatie ontvangt het CBS later via een doodsoorzakenverklaring. Voor alle overledenen tot en met maart 2021 is de doodsoorzaak bekend. Volgens deze cijfers overleden 28.747 mensen aan COVID-19 van maart 2020 tot en met maart 2021, zoals het CBS op 1 juli publiceerde. De oversterfte in de eerste coronagolf en de tweede golf tot en met maart 2021 wordt volledig veroorzaakt door sterfte aan het nieuwe coronavirus.

Het RIVM heeft tot nu toe 1. 831 overleden COVID-19-patiënten geregistreerd, waarvan 16 643 tot en met maart 2021 (stand 3 augustus 2021). Het RIVM ontvangt dagelijks meldingen van overleden COVID-19-patiënten vanuit de GGD’s. Omdat mogelijk niet alle mensen met COVID-19 zich laten testen, er geen meldingsplicht geldt voor overlijden aan COVID-19 en de registratie soms wat langer duurt, zijn de werkelijke aantallen overleden COVID-19 patiënten in Nederland hoger.