IFV evalueert crisisorganisatie rondom overboord geslagen containers in Noordzee

 Het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) gaat op verzoek van Veiligheidsregio’s Fryslân, Groningen en Noord-Holland Noord het functioneren van de crisisorganisatie rondom de overboord geslagen containers van de MSC Zoë evalueren. Lector Crisisbeheersing Menno van Duin: “Als IFV hebben wij veel kennis van crisisbeheersing en veel ervaring met het evalueren van grootschalige GRIP-incidenten. Wij zetten onze expertise dan ook graag in voor deze opdracht.”

Het doel van de evaluatie is de succesfactoren en de verbeterpunten van het optreden van de crisisorganisatie inzichtelijk te maken. Het lerend vermogen staat hierbij centraal. De GRIP-situatie voor de containers was bijzonder, vanwege de coördinerende rol van Veiligheidsregio Fryslân namens en in afstemming met Veiligheidsregio’s Groningen en Noord-Holland Noord, de vele betrokken partners en de betrokkenheid van de samenleving.  Ook was het een relatief langlopend incident: op 2 januari 2019 werd opgeschaald naar GRIP-2 en op 7 januari 2019 werd opgeschaald naar GRIP-4. Op 6 februari 2019 werd de crisisorganisatie afgeschaald naar GRIP-0. 

Begin januari verloor het schip MSC Zoë tijdens stormachtige condities minstens 345 containers op de Noordzee ten noorden van de Nederlandse en Duitse Waddeneilanden. De containers bevatten o.a. auto-onderdelen, lattenbodems, kuipstoeltjes en speelgoed. Ook werd vastgesteld dat er twee containers met gevaarlijke stoffen overboord waren gegaan. Op diverse plaatsen spoelden (delen van) containers en inhoud aan en een groot aantal containers zonk.