Iets minder vliegtuigongelukken, maar veel meer dodelijke slachtoffers

Vliegen was vorig jaar minder veilig dan in 2015. Vorig jaar kwamen 268 mensen om in het internationale vliegverkeer. Dat zijn er weliswaar bijna twee keer zoveel als de 136 in 2015 maar nog altijd ca 30% minder dan het gemiddelde aantal slachtoffers in de afgelopen vijf jaar: 371. De cijfers zijn afkomstig uit het jaarrapport van luchtvaartbrancheorganisatie IATA.

In 2016 waren er in totaal tien dodelijke vliegtuigongelukken: zes vrachttoestellen kwamen naar beneden en vier passagiersvluchten stortten neer. Een jaar eerder waren dat er vier, gelijkelijk verdeeld over passagiers- en vrachttoestellen. Ook hierbij ligt het vijf jaar-gemiddelde hoger: 13,4, waarvan 8,4 passagiersvluchten betroffen en 4,6 vrachtvluchten. De grootste calamiteit was in november het neerstorten van een vliegtuig in Columbia dat zonder brandstof kwam te zitten. Slechts zes mensen overleefden de ramp, waarbij onder meer 22 spelers van de Braziliaanse voetbalclub Chapecoense die onderweg waren naar de finale van de Copa Sudamericana.

Er werden vorig jaar in totaal 65 vliegtuigongelukken geregistreerd, drie minder dan in 2015 en 16 minder dan het gemiddelde in de afgelopen vijf jaar. Vliegen is nog steeds de veiligste vorm van langeafstand reizen, zegt IATA-voorzitter De Juniac. Vorig jaar waren er ruim 40 miljoen vluchten, een record. De ongevallenratio – het aantal ongevallen per miljoen vluchten) daalde van 1,79% in 2015 naar 1,61% vorig jaar.