Tussen vorig jaar november en eind april van dit jaar hebben zich aan boord van onder Nederlandse vlag varende schepen en binnen de Nederlandse territoriale wateren 39 incidenten plaatsgevonden, zo blijkt uit de rapportage Ongevallen Scheepvaart van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Tien van de 39 incidenten betroffen een verwonding door een werktuig, waarvan er één als ‘very serious’ kon worden bestempeld (total loss, dodelijk slachtoffer of ernstige milieuschade) en negen serieus letsel tot gevolg hadden met meer dan 72 uur arbeidsongeschiktheid. Daarnaast waren zeven ongevallen het gevolg van letsel, waarvan eveneens eens als ‘very serious’ werd aangemerkt en zes als serious injury.
Bij de overige ongevallen ging het om een aanvaring (2x very serious en 3x serious injury), een brand aan boord (5x ‘serious’, dwz schip kon niet verder varen of milieuschade) of een elektrische schok (5x serious)/ De resterende incidenten betroffen een val van hoogte (3x serious, 1x serious injury), een verwonding in het gezicht (serious injury), verwonding door hete vloeistof (serious injury) en verlies van de sleep (serious).
Aandacht voor VDR
In de Rapportage Ongevallen Scheepvaart vraagt de Onderzoeksraad speciale aandacht voor de Voyage Data Recorder (VDR)-gegevens, vergelijkbaar met ‘de zwarte doos ’in een vliegtuig. De VDR slaat onder meer continu allerlei gegevens op van het schip, zoals de snelheid, positie en koers. Ook de communicatie op de brug, alarmen, radarbeelden en motorgegevens worden geregistreerd. Door het gebruik van deze gegevens in een ongevalsonderzoek kan de Onderzoeksraad een beter beeld krijgen van wat er precies heeft afgespeeld tijdens een ongeluk. “Voor het vaststellen van de precieze toedracht van een voorval en de aanbevelingen hoe herhaling in de toekomst kan worden voorkomen, is he van cruciaal belang dat deze gegevens beschikbaar worden gesteld aan de onderzoekers”, aldus d Raad.
De Onderzoeksraad zegt te merken dat bij Nederlandse rederijen en scheepsbemanningen soms onduidelijk is aan wie zij na een (bijna) ongeluk de gegevens uit de VDR ter beschikking moeten stellen. “We zijn van mening dat deze gegevens alleen gebruikt mogen worden voor onderzoek ter lezing en niet voor een strafrechtelijk onderzoek. Hierin worden we gesterkt door nationale en internationale wet- en regelgeving. In de Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid is bepaald hoe de gegevens die de Raad opvraagt, worden beschermd. Uiteindelijk bepaalt de Onderzoeksraad welke onderzoeksgegevens in het eindrapport kunnen worden gepubliceerd. Alle overige, niet gepubliceerde onderzoeksinformatie blijft vertrouwelijk, tenzij deze betrekking heeft op een strafrechtelijk onderzoek naar bepaalde zware misdrijven, zoals bijvoorbeeld moord, doodslag of terrorisme.
