Eerste acht dagen van april 60% meer ondernemers failliet

In de eerste week van april zijn bijna 60% meer bedrijven failliet verklaard dan in diezelfde periode vorig jaar. Dat blijkt uit faillissementscijfers tot en met vandaag, verzameld door Company.Info in opdracht van BNR.

Bleek eind maart nog dat het aantal faillissementen lager was dan vorig jaar, nu lijkt het erop dat bedrijven na de strenge coronamaatregelen van het kabinet alsnog omvallen. Het gaat hier om door de rechter uitgesproken faillissementen. Aanvragen voor een faillissement zijn hierin niet meegenomen. De data van Company.info zijn afkomstig van de Kamer van Koophandel en het Centraal Insolventieregister.

Toch kunnen met een ‘vrijwillige surceance’ faillissementen in deze coronacrisis voorkomen worden, zo zeggen verschillende insolventie-advocaten tegen BNR. Het gaat om bedrijven die wel levensvatbaar zijn maar vanwege de coronacrisis hun crediteuren niet kunnen betalen. Een bevriezing van die betalingen kan dan soelaas bieden. Voorwaarde is wel dat het personeel wordt doorbetaald.

Nieuwe wet

Een andere oplossing is de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA), die minister Sander Dekker voor Rechtsbescherming vorig jaar heeft ingediend maar die nog niet door de Tweede Kamer is aangenomen. Met deze wet kunnen bedrijven in financiële problemen saneren zonder dat crediteuren uitstaande schulden kunnen opeisen. Bedrijven die kerngezond zijn zouden dan niet failliet mogen gaan.

Vakbonden en werkgevers dringen er bij de minister en Kamer op aan haast te maken deze wet. Maar er is ook kritiek: de wet betekent dat ook kleine toeleveranciers hun facturen niet betaald krijgen. De Wet homologatie onderhands akkoord zal voor veel problemen een oplossing bieden, maar niet voor alle. Daarom is een aanpassing van de bestaande surseanceregeling, zegt Robert van Galen, insolventierecht- advocaat en partner bij NautaDutilh.

Uitstel, geen kwijtschelding

Daarmee zegt Van Galen niet dat de huidige wetgeving niet werkt. Maar het is volgens hem wel bezwaarlijk dat die tot kwijtschelding van schulden leidt, terwijl veel bedrijven waarschijnlijk eerder behoefte hebben aan uitstel van betaling, van al hun schulden. ‘En daarin voorziet de surseance op dit moment niet, het is een hele oude regeling. Er zou ook een snelle toetsing van de rechter moeten plaatsvinden of het uitstel voor een betrekkelijk lange tijd kan worden verleend.’

Bron BNR