Een zesde minder meldingen bij Bemiddelingsloket De Letselschade Raad

 

In 2016 zijn bij het Bemiddelingsloket van De Letselschade Raad 604 nieuwe meldingen binnen gekomen. Dat zijn er weliswaar een zesde (122) minder dan vorig jaar, maar na 2013 (716) en 2015 het hoogste aantal sinds 2009.  Net als alle voorgaande jaren hebben de meeste meldingen betrekking op verkeersongevallen (30% in 2016), al nemen de verschillen met nummer twee (medische fouten, 22%) steeds verder af. Op ruime afstand volgen meldingen over arbeidsongevallen (5%), geweldsmisdrijven (3%) en productaansprakelijkheid (1%). Opvallend dat het aantal meldingen in de categorie overig/onbekend gestaag toeneemt: 38% tegen 27% vorig jaar en 18% in 2014.

De meeste nieuwe meldingen bij De Letselschade Raad vielen in de categorie vraagbaak: 57%. Op ruime afstand volgen klachten over zorgverleners (16%), klachten over verzekeraars (9%), vragen over richtlijnen (7%) en vragen over GOMA (1%) en kwalijke praktijken (eveneens 1%). De resterende twee procent van de meldingen vallen in de categorie onbekend/overig.

Bezoekaudits GBL

In het jaarverslag over 2016 maakt De Letselschade Raad melding van het feit dat er in het verslagjaar zeven GBL-bezoekaudits hebben plaatsgevonden, met een positieve beoordeling als resultaat. Daarbij zijn in totaal 132 dossiers onderzocht. In de loop van 2016 is de steekproef van 1% (en minimaal 5 dossiers) van het totaalaantal lopende dossiers opgehoogd naar 5% (met een minimum van 30 dossiers) per geauditeerde.

“Algeheel beeld is dat de partijen in de geest van de GBL werken. Klanten worden tijdig, persoonlijk en respectvol bejegend. Organisaties vertalen de GBL-normen steeds meer in het eigen organisatiebeleid en toetsen de uitvoering daarvan structureel. Continue aandacht hiervoor blijft nodig, zodat de GBL nog verder doordringt in de haarvaten van de organisaties en het gedachtengoed van de GBL ook echt wordt doorleefd, met name op het gebied van een respectvolle houding. Het introduceren van GBL-KPI’s (Kwaliteits Prestatie Indicatoren) draagt hieraan bij.”

Dat steeds meer organisaties nieuwe medewerkers werven die de GBL-normen ‘in hun DNA’ hebben, noemt De Letselschade Raad een ‘interessante ontwikkeling’.  “Ook met opleiding en training kan aandacht hieraan worden gegeven. Verbeterpunt met betrekking tot de procedure is het noemen van vervolgafspraken en –acties in alle correspondentie. Aanbeveling is om de resultaten nadrukkelijker meetbaar te maken en te evalueren. De aandacht voor herstelgerichte dienstverlening is, hoewel groeiend, nog niet standaard.”

Financieel resultaat

De verslagperiode is afgesloten met een negatief resultaat van 7.472 euro. Hogere algemene kosten hebben volgens de Raad bijgedragen aan dit resultaat, veroorzaakt door indexering van de salarissen conform overheidsbeleid, advieskosten ten behoeve van de fusie met SKL en, voor het eerst, de vergoeding voor de voorzitter van het Platformoverleg. Deze hogere kosten zijn grotendeels gecompenseerd door ook hogere inkomsten uit de inschrijvingsbijdrage voor het Register GBL, de deelname aan De Letselschade Raadsdag en de deelname aan het GOMA-symposium. De Letselschade Raad heeft per 2015 de inschrijvingsbijdrage voor het Register GBL gefaseerd verhoogd, om de afbouw van de subsidie van het ministerie van Veiligheid en Justitie te kunnen opvangen. In de begroting 2015 was rekening gehouden met mogelijke uitschrijvingen uit het Register GBL als gevolg van de verhoogde inschrijvingsbijdrage. In 2015 is het aantal inschrijvingen echter licht gestegen en in 2016 stabiel gebleven. De Letselschade Raad heeft zijn inkomsten aangevuld en uitgaven beperkt door tegen betaling diverse activiteiten aan te bieden. Denk aan het GOMA Symposium, De Letselschade Raadsdag en de trainingen.

2016 is het laatste jaar waarin De Letselschade Raad subsidies ontvangt van de ministeries van Veiligheid en Justitie en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. “Hoewel een hogere bijdrage van marktpartijen voor de activiteiten van de Raad gerechtvaardigd is door het zijn van een platform van en voor professionals in de letselschadebranche, blijft overheidssubsidie belangrijk als waarborg voor de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van De Letselschade Raad. Voor de uitvoering van specifieke projecten zullen er daarom nog steeds subsidies bij de overheid worden aangevraagd. Wat betreft de kosten van inschrijving in het Register Letselschade (per 1 januari 2017 geëffectueerd door de fusie met de Stichting Keurmerk Letselschade) geldt 2017 als overgangsjaar: de systemen van De Letselschade Raad en de Stichting Keurmerk Letselschade worden naast elkaar gehanteerd. In 2017 werkt het Bestuur aan een nieuw financieringsmodel, dat vanaf 1 januari 2018 zal gelden voor alle Register-leden.”