Branche Personenschade polste de markt over verhardende opstelling partijen bij regeling letselschades

.

De branche Personenschade heeft de markt gepolst over de verhardende opstelling van partijen bij de regeling van letselschades.  “Er gingen in de markt geluiden op dat er sprake zou zijn van een verharding in de opstelling van partijen die betrokken zijn bij de regeling van letselschades”, licht Maarten van der Linden toe, voorzitter van de branche Personenschade van het NIVRE, die daarbij met name doelde op media-uitingen in die richting van de zijde van de ASP, de brancheverenging van letselschadeadvocaten.

Hij vervolgt: “We wilden als branchebestuur bij zowel onze achterban als bij vertegenwoordigers van andere marktpartijen polsen of zij die gedachte deelden. En, als dit zo is, of niet juist het NIVRE met haar gemêleerde achterban oplossingen zou moeten kunnen aandragen voor de geconstateerde verharding. Daarom hebben wij contact gezocht met Risk & Business, omdat dit nieuwsmedium alle bij de letselschade betrokken partijen bereikt. We hebben vervolgens een stelling geponeerd ‘Er is sprake van een verharding in de opstelling van marktpartijen letselschaderegeling’.

Uitslag
Het artikel in de nieuwsbrief werd door circa 300 letselschadeprofessionals bekeken, waarvan er uiteindelijk 125 de moeite namen om de poll in te vullen. Enkele tientallen lieten hun standpunt zelfs vergezeld gaan door een (uitgebreide) toelichting. Ook in hun ogen is er sprake van een verharding.

Iets minder dan de helft van de respondenten (46,6%) vindt dat de verharding vooral ontstaat doordat er aan de zijde van verzekeraars, vanwege kostenbesparingen, onvoldoende capaciteit beschikbaar is om letselschadedossiers correct en efficiënt te behandelen. Vier van de tien inzenders (39,8%) ziet de verharding met name ontstaan door de onderliggende (financiële) belangen van de professionals betrokken bij de vaststelling van de schade. Als hiervoor een onafhankelijke én marktconforme beloningsmethode wordt gevonden, gericht op resultaat (snelle regeling en tevreden klanten), zal het proces direct soepeler verlopen.

Daarnaast geeft 4,2% aan het begrijpelijk te vinden dat de advocatuur een verharding ervaart. Advocaten behandelen dossiers vanuit rechtens verdedigbare belangen en hierdoor ontstaat een onnodige polarisatie van opstellingen. De resterende 9,3% vindt dat er helemaal geen sprake is van een verharding. Professionele dienstverleners hebben met onder andere de Gedragscode Behandeling Letselschade voldoende instrumenten om mogelijke verharding tegen te gaan.

Verrassende uitkomst

Desgevraagd zegt branchevoorzitter Van der Linden  verheugd te zijn met de grote respons. Het geeft volgens hem aan dat het onderwerp de gemoederen in letselschaderegelingsland dusdanig bezighoudt. Over de uitslag heeft hij meer gemengde gevoelens. “Ik had ondanks de geluiden in de markt eerlijk gezegd niet verwacht dat zo’n groot percentage van de professionals de huidige letselpraktijk zou ervaren als verhardend, zowel door de opstelling van verzekeraars als de manier waarop de belangenbehartigers  te werk gaan.” Hij krijgt bijval van collega branchebestuurslid Francie Peters: “Ook ik had de uitslag niet zo extreem verwacht. Ik ben van mening dat er zeker aan verzekeraarszijde sprake is van een verandering ten goede. Er zijn steeds meer maatschappen die in de letselschaderegeling ‘het nieuwe denken’ omarmen en open staan  voor nieuwe oplossingsmethodieken zoals herstelgerichte dienstverlening.”

Van der Linden besluit met de opmerking dat de uitkomsten van de poll  aangeven dat er ‘werk aan de winkel is’ voor de NIVRE Register-Experts die actief zijn in de letselbranche. “Als twee ingeschrevenen in het NIVRE-Register met derhalve dezelfde (voor)opleiding  naar een letselschadedossier kijken, dan zou de uitkomst in principe dicht bij elkaar moeten liggen. In mijn optiek zouden zij dan ook als geen ander een  brug kunnen vormen in de huidige toch op sommige punten polariserende discussie.”