Boek ‘De fraudeaangifte’ verschenen: startpunt voor een succesvolle strafrechtelijke belangenbehartiging

 

“Fraude komt in vele gedaantes en in alle maatschappelijke geledingen voor. Door op een ‘klassieke wijze’ te blijven reageren zal er weinig aan de praktijk veranderen. Mede daarom gaan er steeds meer stemmen op het strafrecht niet meer als ‘ultimum remedium’ maar als ‘optimum remedium’ in te zetten. Niet meer als ‘laatste redmiddel’, maar als ‘optimaal instrument’ om het fraudeverschijnsel op een vernieuwende wijze tegemoet te treden.” Dat stellen de auteurs van het recent verschenen boek De fraudeaangifte, dat functionarissen, werkzaam bij financiële instellingen, handvatten aanreikt bij de voorbereiding en het daadwerkelijk doen van aangifte bij opsporingsinstanties.

De vier schrijvers zijn:  Gerard Blonk (trainer besluitvormingstechnieken voor een effectieve criminaliteitsbeheersing bij ForensicPlaza), die het boek met drie andere auteurs heeft geschreven: Ton Haen (pionier aanpak verzekeringsfraude bij Interpolis/Achmea), Bregje De Lannoy-Walenkamp (trainer en auteur op het gebied van schriftelijke communicatie) en  Piet van Gelder (trainer op het gebied van onder meer communicatieve en sociale vaardigheden, security awareness, fraude awareness en onderzoeksvaardigheden bij Van Gelder Training & Advies).

Praktijk versus theorie en beleid

Volgens de vier auteurs wordt de financiële sector steeds meer met uiteenlopende vormen van fraude geconfronteerd. “Het strafrecht maakt het niet alleen mogelijk om frauduleus gedrag te bestraffen, maar ook om het (financieel) benadeelde slachtoffer tegemoet te komen. Dat kan doordat het slachtoffer gebruik kan maken van zijn informatiepositie in de strafrechtsketen. Ook reikt het strafrecht de financiële instelling de helpende hand als het gaat om het verhalen van de schade op de dader. In de praktijk blijkt de samenwerking tussen overheid en private sector weerbarstiger te zijn dan de theorie en het beleid. Vooral de aansluiting van privaat onderzoek op de opsporing en vervolging loopt niet altijd vlekkeloos. Onbekendheid met het aangifteproces en lacunes in de afstemming van werkprocessen staan efficiënte fraudebestrijding in de weg.”

 

Inhoud

Het boek ‘De Fraudeaangifte’ geeft functionarissen, werkzaam bij financiële instellingen, handvatten bij de voorbereiding en het daadwerkelijk doen van aangifte bij opsporingsinstanties. De auteurs beschrijven in dit boek wat je moet doen om een strafrechtelijke afdoening van fraude te laten voldoen aan de belangen van de gedupeerde. De vele mogelijkheden worden in klare taal en met veel praktijkvoorbeelden uitgelegd en flowcharts helpen bij de stapsgewijs doorlopen van specifieke procedures. Wat moet je anders doen om meer en vaker een daadwerkelijk succesvol vervolg op een aangifte te krijgen? Waaraan moet je dan denken? En waarom is de aangifte zo belangrijk om als benadeelde partij via het strafrecht de schade vergoed te krijgen? Of om vanuit het strafproces beter geïnformeerd te worden? Vanuit hun verschillende achtergronden en ervaringen binnen zowel de publieke als de private sector bundelen de auteurs hun kennis over de fraudeaangifte voor degene die namens een financiële instelling bij de politie aangifte gaat doen (of daarover adviseert).

 

Dit boek is bestemd voor eenieder die zich professioneel met de aangiftepraktijk bezighoudt in zowel de private als publieke sector. Het boek wordt uitgegeven door Vakmedianet (ISBN: 9789035249486), kost 29,50 euro en is te bestellen via

http://www.vakmedianetshop.nl/winkelwagen.