Blog Arjan Loonstra: Hoe helpen we het hete BGK hangijzer uit de wereld?

De buitengerechtelijke kosten in letselschadezaken blijft een terugkerend onderwerp van discussie op dossierniveau, maar ook op brancheniveau. Met de BKB staffel (voorheen PIV staffel) is in het verleden het initiatief genomen om deze discussies in de kiem te smoren zodat de aandacht aan de schadeafwikkeling besteed kon worden. Wij zien in de praktijk dat die staffel erg goed werkt in de zin dat het discussies voorkomt, maar er zijn ook tegenstanders van de staffel die vinden dat er een perverse prikkel vanuit gaat. Die discussie wil ik in dit blog niet voeren.

Bijzonder (raar) stelsel

Als je als buitenstaander naar de letselschademarkt kijkt, dan valt natuurlijk op dat dit misschien wel de enige markt in Nederland, of zelfs in de wereld, is waar een derde partij een deel van de afspraken moet naleven die tussen twee andere partijen is gesloten. Benadeelde en belangenbehartiger maken een afspraak over de vorm en inhoud van de dienstverlening en maken daarover financiële afspraken. Vervolgens spreken benadeelde en belangenbehartiger af dat de laatste bij de aansprakelijke verzekeraar zijn nota indient namens benadeelde.

Dit stelsel zorgt voor een aantal bijzondere situaties:

  • benadeelde is niet altijd op de hoogte van de nota die belangenbehartiger namens hem indient bij de verzekeraar. Benadeelde heeft daardoor geen zicht op de tijdsbesteding en het gefactureerde bedrag.
  • verzekeraar kan niet goed controleren of de belangenbehartiger de gespecificeerde uren daadwerkelijk heeft besteed.
  • belangenbehartiger dient zijn nota in op basis van een uurtarief dat is overeengekomen met benadeelde, maar niet met de verzekeraar.
  • verzekeraar stuurt meestal geen betalingsaankondiging van de BGK naar benadeelde, waardoor die niet weet wat de belangenbehartiger heeft ontvangen.

De consequentie is dat de benadeelde dus niet weet of de financiële afspraken die met hem gemaakt zijn, daadwerkelijk worden nageleefd door de belangenbehartiger of de verzekeraar. Daar komt nog bij dat, wanneer de verzekeraar niet de volledige nota van de belangenbehartiger wenst te betalen, de belangenbehartiger zich het recht kan hebben voorgehouden om het resterende deel bij benadeelde in rekening te brengen. Dat kan in voorkomende gevallen een donderslag bij heldere hemel opleveren.

Een ander gevolg van de beperkte transparantie rondom de BGK is dat de verzekeraar regelmatig de factuur van de belangenbehartiger ter discussie stelt. In die gevallen wordt bijvoorbeeld slechts een deel als voorschot op de BGK voldaan of wordt de discussie uitgesteld tot de eindregeling. Gelukkig komen veel partijen er dan onderling wel uit, maar het komt ook regelmatig voor dat de BGK-discussie een soepele eindregeling in de weg staat.

Daar waar verzekeraars worden geconfronteerd met moeilijk te doorgronden nota’s, ervaren belangenbehartigers hele andere problemen. Menig belangenbehartiger heeft zomaar 30% van de jaaromzet aan debiteuren uitstaan. Een deel van die omzet komt zelfs nooit binnen, naar schatting moet een kantoor zo’n 8 tot soms wel 15% van de omzet afschrijven. Om van de tijd die besteed wordt aan discussiëren en rappelleren nog maar te zwijgen.

Kortom, BGK-discussies zijn niet alleen vervelend, ze zijn voor alle betrokken partijen inefficiënt en kostbaar.

Is er geen weg te vinden waarin ieders belang wordt gediend? Een stelsel waarin:

  1. het voor benadeelde volledig transparant is hoe met de buitengerechtelijke kosten wordt omgegaan, het is immers onderdeel van de persoonlijke schade;
  2. de belangenbehartiger de facturabele tijd kan verhogen door geen BGK-discussie meer te voeren of te moeten rappelleren;
  3. de belangenbehartiger er zeker van kan zijn dat zijn nota betaald wordt en de debiteurenstanden tot een acceptabel niveau worden teruggebracht (bijv. max. 10% van de omzet);
  4. de verzekeraar het gevoel heeft dat de buitengerechtelijke kosten in verhouding staan tot de complexiteit van een letselzaak, het deskundigheidsniveau wat nodig is voor de behandeling en de inspanningen die worden gedaan om tot regeling te komen;
  5. we daardoor op basis van wederzijds vertrouwen en in goede samenwerking ons volledig kunnen richten op de inhoud en 98% van de letselzaken zonder noemenswaardige problemen kunnen oplossen.

Gedachtenspinsel, een ander BGK-stelsel

Het is erg gevaarlijk om van een beperkte probleemanalyse naar een oplossing te springen, maar in een blog is dat wel geoorloofd omdat het als gedachtenspinsel bedoeld is.

Zouden we de BGK-problematiek niet kunnen oplossen door een BGK-stelsel met de volgende contouren:

  1. Belangenbehartiger(s) en verzekeraar(s) komen een standaard tarifering overeen, gekoppeld aan het vereiste ervarings- en deskundigheidsniveau van de belangenbehartiger en de complexiteit van de betreffende letselzaak;
  2. De belangenbehartiger sluit een opdrachtovereenkomst met de benadeelde waarin deze gedifferentieerde uurtarieven worden vermeld;
  3. De verzekeraar ontvangt een kopie van deze opdrachtovereenkomst en bevestigt de financiële afspraken na te zullen komen;
  4. In zaken met een groot belang (zeg boven de EUR50K) presenteert de belangenbehartiger een begroting van de te besteden uren, die periodiek van een update wordt voorzien tegelijk met de schadestaat;
  5. De belangenbehartiger legt periodiek zijn urenspecificatie ter controle voor aan benadeelde, die de specificatie aftekent voor akkoord;
  6. De belangenbehartiger dient periodiek zijn nota met geaccordeerde urenspecificatie in bij de verzekeraar;
  7. De verzekeraar betaalt de nota zonder discussie en binnen 10 werkdagen;
  8. De benadeelde ontvangt een betalingsaankondiging van de volledige persoonlijke schadebetalingen, dus ook de BGK;
  9. De BGK wordt opgenomen in de VSO.

Emotie vs. ratio, het levert veel op!

Natuurlijk gaat deze uitwerking voorbij aan allerlei sentimenten en emoties. En toch is het verstandig hier eens heel rationeel naar te kijken. Als deze afspraken nageleefd zouden worden, dan heeft een belangenbehartiger 10 tot 15% meer uren beschikbaar om facturabel te zijn. Bovendien lopen de debiteurenstanden fors terug en kan een veel groter deel van de omzet gegarandeerd worden geïnd.

Tegenover deze voordelen moet dan de bereidheid staan om met verzekeraars tot vaste tariefafspraken te komen. Een deel van de efficiëntiewinst die belangenbehartigers boeken (meer facturabel, minder omzet afschrijven) moet worden verdisconteerd in die tarieven, zodat deze van een acceptabel niveau zijn.

Mijn oproep aan de letselschadebranche is met een aantal afgevaardigden van verzekeraars en belangenbehartigers een poging te doen om dit hete BGK-hangijzer geheel of gedeeltelijk uit de wereld te helpen. Dit initiatief zou door een aantal NKL aangesloten organisaties genomen kunnen worden, zodat de uitkomst ook binnen het NKL geborgd kan worden.

Als we hierin zouden slagen, dan verdienen we allemaal een forse schouderklop.

Door Arjan Loonstra, Eigenaar, adviseur procesoptimalisatie en kwaliteit, specialisatie letselschade bij Q-Consult Insurance, lid RvT Stichting Kwaliteitscheck:                               Disclaimer: deze blog is puur bedoeld ter prikkeling en het initiëren van een marktbrede discussie die hopelijk leidt tot een voor alle partijen betere oplossing, waarbij het belang van benadeelden voorop zou moeten staan.