Bijdrage aardbevingsbestendige nieuwbouw voortaan vast bedrag

Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft de nieuwbouwregeling voor aardbevingsbestendig bouwen aangepast. Sinds 1 oktober is de vergoeding niet langer een percentage van de bouwkosten, maar een vast bedrag per gebouw. Dat bedrag wordt elke drie maanden geïndexeerd.Via de nieuwbouwregeling kan sinds 2014 een bijdrage worden aangevraagd voor de meerkosten van aardbevingsbestendig bouwen. Per 1 oktober 2022 is de maatregel aangepast.

Stijgende bouwkosten

Een van de belangrijkste wijzigingen is dat de vergoeding niet langer een percentage van de bouwkosten is, maar een vast bedrag per gebouw of per m2. Daarbij wil het ministerie wil die vergoeding ‘laten meelopen’ met de stijgende bouwkosten, zegt Saskia Dijkema, woordvoerder van de uitvoeringsinstantie Nationaal Coördinator Groningen (NCG). Dat gebeurt door het bedrag elke drie maanden te indexeren.

“De bouwkosten waren voor de aanpassing gemaximeerd op 250.000 euro per woning, en konden dus bij stijgende bouwkosten niet worden verhoogd. Het onderzoeksbureau Ecorys heeft geadviseerd om met forfaitaire bedragen te gaan werken. Dat maakt het voor de aanvrager vooraf duidelijker hoeveel er ontvangen gaat worden. Bijkomend voordeel is dat die bedragen elk kwartaal worden geïndexeerd.”

Uitkering direct aan bouwer

Wat ook verandert: de vergoeding kan voortaan ook direct aan de bouwer worden uitgekeerd. Dat scheelt volgens de NCG administratief werk, aangezien de eigenaar het uitgekeerde bedrag in de praktijk toch vaak weer aan de aannemer betaalde. En de vergoeding moet zijn aangevraagd voordat de bouw begint (en niet langer uiterlijk acht weken daarvoor).

De voorwaarden van de regeling zijn niet gewijzigd. Nog steeds geldt dat het project moet voldoen aan de richtlijn voor aardbevingsbestendig bouwen: de NPR9998.

Nieuwbouwregeling

De nieuwbouwregeling is in 2014 door de NAM ingevoerd om aardbevingsbestendig bouwen te stimuleren. De uitvoering van de maatregel is twee jaar geleden overgenomen door de Nationaal Coördinator Groningen, toen de NAM in het aardbevingsdossier buiten spel werd gezet.