ASP pleit voor wijziging rekenregels letselschade-uitkeringen

 

Branchevereniging ASP (Advocaten voor Slachtoffers van Personenschade) pleit ervoor om in navolging van het Verenigd Koninkrijk ook in ons land de huidige rekenregels bij letselschade-uitkeringen aan te passen. In een toelichting stelt ASP-voorzitter Tim Bueters: “Er dreigt een aanzienlijke verhoging van letselschade-uitkeringen voor Britse verzekeraars. Onlangs heeft namelijk de regering in Groot-Brittannië bepaald dat de zogenoemde ‘discount rate’ die de omvang van een uitkering bepaalt, sterk daalt. Dit zorgt ervoor dat eenmalige letselschade-uitkeringen niet meer worden verlaagd met een vast percentage voor verondersteld rendement. Volgens de ASP kan de Nederlandse overheid aan Groot-Brittannië een voorbeeld nemen. De koopkracht van letselschadeslachtoffers gaat de komende jaren immers achteruit, zeker nu deze ook een fors bedrag aan vermogensrendementsheffing moeten betalen aan de Belastingdienst.”

 In Groot-Brittannië wordt de discount rate, die sinds 2001 niet meer is gewijzigd, vastgesteld met behulp van de rendementen op de minst risicovolle beleggingen. Deze factor werd op 20 maart jl. verlaagd van 2,5% naar -0,75%. Dit houdt volgens de ASP in dat letselschade-uitkeringen voortaan worden verhoogd in plaats van verlaagd. In de toekomst teert de ontvanger immers in op zijn geld. De discount rate wordt gebaseerd op de driejarige rente op indexgerelateerde staatsobligaties, die negatief is. Britse verzekeraars hebben geschokt gereageerd en verwachten een forse daling van de winst. Zij dringen aan op een snelle hervorming van de nieuwe rekenmethodiek.

Rekenregels letselschade-uitkering Nederland

In Nederland is het al jarenlang zo geregeld dat er bij het vaststellen van een letselschade-uitkering in de toekomst, gerekend wordt met een kapitalisatiefactor. Deze factor bestaat uit een sterftekanscorrectie (het is statistisch mogelijk dat iemand eerder overlijdt door een andere oorzaak dan het ongeval), een inflatiecorrectie en een rentecorrectie. “Doordat er een groot bedrag ineens wordt ontvangen, kan er voor de toekomstige schadebedragen een rente worden verkregen. Door de inflatie wordt het geld door de jaren heen ook minder waard. Daarbij is er altijd uitgegaan van een gemiddelde over de laatste dertig jaar van zes procent om drie procent. In de jurisprudentie wordt er steeds meer afgeweken van dit percentage. Zeker als het gaat om schades op korte termijn van bijvoorbeeld vijf jaar. Er wordt dan bijvoorbeeld gerekend met vier om twee procent, waardoor de schadevergoeding feitelijk voor het slachtoffer hoger wordt. Het bepalen van de letselschade-uitkering wordt echter aan de rechtspraak overgelaten; iedere individuele zaak wordt opnieuw beoordeeld.”

De ASP pleit ervoor dat de Nederlandse overheid moet ingrijpen door net als in Groot-Brittannië de rekenrente wettelijk op een lager bedrag vast te stellen. ASP-voorzitter Tim Bueters: “Vanuit de regering is er besloten dat er met een negatief percentage aan rente gerekend zal worden. De koopkracht van het slachtoffer gaat immers de komende jaren achteruit, zeker nu hij ook een fors bedrag aan vermogensrendementsheffing aan de Belastingdienst moet betalen. Voor het vermogen boven de grens van 10.000 euro (alleenstaande) wordt ervan uitgegaan dat iemand vier procent rendement kan maken en daar moet dan dertig procent belasting over betaald worden. Dit rendement is nu echter helemaal niet te maken. Daarom moet de overheid eveneens het belastingstelsel voor de vermogensrendementsheffing wijzigen.”