Argos: Zorgen advocatuur over wildgroei letselschadebureau

Advocaten maken zich ernstige zorgen om de wildgroei aan juridische letselschadebureaus. Door gebrekkige hulp worden financieel kwetsbare slachtoffers gedupeerd. Ze lopen soms honderdduizenden euro’s aan schadevergoeding mis en raken financieel aan de grond, zo blijkt uit het radioprogramma Argos van zondag 15 december jl. “Er wordt met mindere kwaliteit meer geld verdiend over de ruggen van de slachtoffers.”

De afgelopen vier jaar is het aantal juridische adviesbureaus bijna verdubbeld, zo blijkt uit een analyse die de Kamer van Koophandel deed in opdracht van Argos. Veel beloven gratis bijstand en advies, bijvoorbeeld na een verkeersongeval. Deze ‘kosteloze hulp bij letselschade’ is een aantrekkelijk voorstel voor slachtoffers die vrezen voor torenhoge advocaatkosten.

De kwaliteit van die dienstverlening is veelal onder de maat, zo blijkt uit een inventarisatie van Argos onder 39 letselschadeadvocaten van vereniging ASP. Advocaten van deze vereniging nemen regelmatig dossiers over van letselschadebureaus. Geen van de ondervraagde advocaten vindt de kwaliteit van de dossiers die zij overnemen ‘voldoende’. ASP-voorzitter Tim Bueters maakt zich ernstige zorgen. “Er wordt met mindere kwaliteit meer geld verdiend over de ruggen van de slachtoffers.”

De belangrijkste resultaten van deze inventarisatie:

  • Geen enkele advocaat vindt de kwaliteit van de dossiers die zij op hun bureau krijgen ‘voldoende’. 
  • De eerdere belangenbehartiger (geen advocaat) heeft het slachtoffer geadviseerd akkoord te gaan met een te laag schadebedrag. Zo zeggen 33 van de ondervraagde advocaten.
  • Twintig advocaten geven aan dat slachtoffers ‘vaak’ in de vooronderstelling waren dat hun vroegere belangenbehartiger advocaat was (terwijl dit in werkelijkheid niet het geval is).

Vrijwel alle ondervraagde advocaten zijn van mening dat de eerdere belangenbehartiger (geen advocaat) het slachtoffer heeft geadviseerd akkoord te gaan met een te laag schadebedrag. Enkele advocaten noemen voorbeelden van zaken waarin verzekeraars door hun tussenkomst honderdduizenden euro’s meer uitkeren aan het slachtoffer dan letselschadebureaus oorspronkelijk adviseerden.

Advocaten hebben niet alleen klachten hebben over het dossierwerk van letselschadekantoren, maar noemen ook regelmatig voorbeelden van rechtsbijstandsverzekeraars die hun werk niet goed doen. Consumentenprogramma Radar onthulde eerder al dat rechtsbijstandsverzekeraars werk uitbesteden aan laag betaalde freelancers die een vaste prijs per dossier krijgen. Dit heeft volgens de programmamakers van Argos mogelijk gevolgen voor de kwaliteit van het werk dat zij leveren.

‘Voordelig om minder tijd aan een zaak te besteden’

ASP-voorzitter Bueters wijt dit voor een deel aan een ‘oneigenlijke prikkel’ in de letselschademarkt: een overeenkomst tussen verzekeraars en letselschadebureaus over een vaste werkvergoeding. “Als zij het eens worden over de hoogte van de schadevergoeding voor het slachtoffer, ontvangt de belangenbehartiger – het juridisch adviesbureau – een vast percentage daarvan als honorarium. Die bedragen zijn vastgelegd in een tabel – de zogeheten PIV-staffel. Vanaf een bepaald bedrag geldt: hoe hoger het bedrag, hoe lager de vergoeding voor het letselschadebureau in verhouding is. Afspraken over vaste vergoedingen hebben geleid tot een verdienmodel. ‘=Het is voor kantoren voordelig om minder tijd aan een zaak te besteden en slachtoffers te adviseren om voor een lager schadebedrag te schikken.”

Vrij beroep

Letselschadespecialist is een vrij beroep”, zegt Arno Akkermans hoogleraar privaatrecht aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Iedereen kan een letselschadekantoor oprichten. “Er is geen regeling die iets zegt over kwaliteitseisen, opleidingseisen of andere procedurele waarborgen die er zouden moeten zijn voor het verlenen van juridische diensten aan letselschadeslachtoffers.” Bij slachtoffers ontbreekt volgens de hoogleraar vaak de kennis om over wat goed juridisch advies inhoudt. Akkermans”‘Dit is typisch zo’n terrein waarin je niet alles aan de markt zou moeten laten, terwijl we dat wel nog steeds doen.”

Hoogleraar Akkermans is kritisch op het systeem waarin iedereen zich letselschadejurist kan noemen en waarin het moeilijk is voor slachtoffers om te ontdekken waar je de beste hulp kan halen: Ik vind het onvoorstelbaar zuur dat als je de pech hebt om het slachtoffer te worden van een ongeval, je eigenlijk ook meteen de pech hebt om te belanden in een wereld die buitengewoon slachtofferonvriendelijk is.

Bron Argos