Aantal ernstig gewonden door vuurwerk in zes jaar gehalveerd; wel ca. 15% meer behandelingen op huisartsenposten

Het totale aantal behandelingen op een Spoedeisende Hulp-afdeling naar aanleiding van vuurwerkletsel tijdens de jaarwisseling 2018-2019 bedroeg 396, een daling van 9% ten opzichte van de 434 letselgevallen tijdens de jaarwisseling in 2017-2018 van 9%. Eén op de acht slachtoffers werd opgenomen in het ziekenhuis. Het aantal vuurwerkslachtoffers onder de 15 jaar daalde van 119 vorig jaar naar 97 tijdens deze jaarwisseling. Deze informatie is afkomstig uit een inventarisatie die VeiligheidNL, in samenwerking met de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen (NVSHA) en InEen (vereniging van organisaties in de eerstelijnszorg) deed op alle SEH-afdelingen van Nederlandse ziekenhuizen en de ruime meerderheid van huisartsenposten.

Met de afname van het aantal letselgevallen zet de dalende tendens van de afgelopen jaren zich voort. Zes jaar geleden ging het nog om twee keer zoveel vuurwerkslachtoffers. Tijdens de jaarwisseling 2018-2019 vielen twee dodelijke slachtoffer als gevolg van vuurwerk. Dat brengt het totaal aantal doden door het afsteken van vuurwerk tijdens de jaarwisseling op dertien in de laatste vijftien jaar.

Huisartsenpost en SEH-afdelingen

Het aantal behandelingen op een huisartsenpost (HAP) lijkt wel gestegen: naar schatting 800 personen bezochten een HAP met vuurwerkletsel. Tijdens de vorige jaarwisseling waren er dit naar schatting rond de 700. Het totaal aantal vuurwerkletsels op de SEH-afdeling en huisartsenpost bij elkaar lijkt dus licht gestegen t.o.v. vorig jaar. Letsels die op een HAP worden behandeld zijn in de regel iets minder ernstig dan letsels op de SEH. Mogelijk zijn de vuurwerkletsels dit jaar gemiddeld iets minder ernstig, concludeert VeiligheidNL.

De overgrote meerderheid van de slachtoffers op Spoedeisende Hulp-behandelingen was man (82%), vergelijkbaar met vorig jaar (84%). De helft (50%) van de slachtoffers was jonger dan 20 jaar (vorig jaar 52%). Onderzoek van VeiligheidNL onder vuurwerkkopers eind 2017 liet zien dat kinderen in ongeveer een derde deel van de gevallen het vuurwerk afsteken, hetzij onder toezicht van een volwassene (25%), hetzij zonder toezicht (9%). Dit is een indicatie dat vuurwerk afsteken door kinderen risicovoller is dan door volwassenen. Een kwart van de slachtoffers (24%) was jonger dan 15 jaar (vergelijkbaar met vorig jaar, 27%).

Verwondingen

Een derde deel van de SEH-bezoekers had (een) brandwond(en). Dit beeld komt overeen met de vorige jaarwisseling. De meeste brandwonden ontstonden aan het hoofd (39% van alle brandwonden) en aan hand/vingers (37%). Ruim een kwart van de vuurwerkslachtoffers (27%) liep oogletsel op. Van hen moest ruim een derde deel meteen worden doorverwezen naar een oogarts of oogpoli. Daarnaast liep 26% verwondingen aan het hoofd op (anders dan oog), 17% aan vingers, 15% aan hand, 7% aan been/vet, 3% aan romp en 2% aan arm. Een tiental personen liep gehoorschade op.

Bij 19% van de vuurwerkletsels ging het om een open wond, bij 5% om een fractuur, bij eveneens 5% om oppervlakkig letsel. Bij vier procent van SEH-bezoekers moest een of meerdere (delen van) vingers worden geamputeerd, vrijwel allemaal veroorzaakt door illegaal knalvuurwerk, vooral nitraten. Van hen was drie kwart jonger dan 25 jaar. Jongeren onder de 20 jaar liepen relatief meer brandwonden op (39%), vuurwerkslachtoffers van 20 jaar of ouder relatief meer oogletsel (31%). Mogelijk komt dit doordat jongeren vaker een vuurwerkbril opzetten, en vaker letsel oplopen door knalvuurwerk (wat relatief vaak tot brandwonden leidt).

Soort vuurwerk

De meeste vuurwerkletsels ontstonden door vuurpijlen (11%), illegale nitraten (10%), sierpotten/fonteinen (10%) en cakeboxen (9%). Letsel door nitraten komt dit jaar relatief veel voor. Nitraten gaan vaak te snel af en hebben een enorme kracht. In totaal werd 27% van de letsels op de SEH-afdeling veroorzaakt door illegaal vuurwerk (vorig jaar was dit 22%). Knalvuurwerk was dit jaar verantwoordelijk voor 52% van de SEH-bezoeken (vorig jaar 47%).

Van alle gevallen waarin dit bekend was had 58% van de SEH-bezoekers het vuurwerk zelf afgestoken, en was 42%t een omstander of voorbijganger. Omstanders werden vooral getroffen door vuurpijlen (18%), waarvan zes op het tien letsel aan het hoofd opliep, zoals brandwonden, open wonden of oogletsel. Ook liepen omstanders veel letsel op door illegaal knalvuurwerk (13%), sierpotten/fonteinen (11%), single shots (9%) of cakeboxen (8%).

De helft (51%) van de SEH-bezoekers kwam binnen op 1 januari tussen middernacht en zes uur ’s ochtends, en 24%t op 31 december tussen zes uur ’s avonds en middernacht. Veertien procent bezocht de SEH tussen op 31 december voor 18:00, nog voordat het afsteken van vuurwerk was toegestaan. In totaal bezocht een kwart van de vuurwerkslachtoffers de SEH-afdeling buiten de toegestane afsteektijden.

Behandelingen huisartsenpost

Het aandeel mannelijke HAP-bezoekers is iets lager dan het aandeel op de SEH-afdeling, namelijk driekwart van het totaal aantal personen dat op de HAP kwam met vuurwerkletsel. Van de HAP-bezoekers was 58% jonger dan 20 jaar, 42% was jonger dan 15 jaar, relatief meer dan op de SEH-afdeling (24%). De huisartsenposten behandelden voornamelijk patiënten met brandwonden (48%) en oogletsel (25%).

Ook op de HAP was er een verschil in brandwonden en oogletsel tussen jongeren en volwassenen. Twee derde deel van de jongeren onder de 20 jaar had een brandwond, tegen 31% van de oudere vuurwerkslachtoffers. Oogletsel werd opgelopen door 19% van de jongeren en 37 procent van de volwassenen. Ruim één op de tien HAP-bezoekers (11%) had (ook) gehoorschade, relatief veel meer dan op de SEH-afdeling. Op een enkele fractuur na werden op de HAP geen amputaties of fracturen behandeld. Huisartsen behandelden relatief veel letsels door sterretjes (8%), maar ook letsels door vuurpijlen (14%) en rotjes/kanonslagen (7%) waren op de HAP prominent in beeld.

Siervuurwerk veroorzaakte 63% van de letsels; 12% van de letsels kwam door illegaal vuurwerk, beduidend minder dan op de SEH-afdeling. Een ruime meerderheid van de slachtoffers was omstander of voorbijganger: 61% had het vuurwerk niet zelf afgestoken. Op de SEH-afdeling was dit 42%. Mogelijk is vuurwerkletsel bij omstanders gemiddeld iets minder ernstig. Ook hier werd letsel bij omstanders het vaakst veroorzaakt door vuurpijlen (16%).

Kosten vuurwerkongevallen

Tijdens de laatste vijf jaarwisselingen hebben op 31 december en 1 januari jaarlijks gemiddeld 500 slachtoffers een SEH-afdeling bezocht vanwege een ongeval waarbij vuurwerk betrokken was. De gemiddelde directe medische kosten vanwege vuurwerkongevallen waardoor het slachtoffer op een SEH-afdeling is behandeld of in het ziekenhuis is opgenomen zijn € 1.400. De totale jaarlijkse medische kosten komen op € 1,4 miljoen

Van de 500 SEH-behandelingen vonden er 300 plaats bij personen van 15 tot en met 64 jaar. Naar schatting verzuimden hierdoor 300 mensen hun werk. De gemiddelde verzuimkosten (per verzuim) vanwege vuurwerkongevallen waarvan het slachtoffer op een SEH-afdeling is behandeld of in het ziekenhuis is opgenomen zijn € 10.800. De totale jaarlijkse verzuimkosten van de slachtoffers komen op € 2,2 miljoen. De totale kosten (medisch + verzuim) van slachtoffers van een vuurwerkongeval tijdens de jaarwisseling waarvoor het slachtoffer een SEH-behandeling heeft gehad of in het ziekenhuis is opgenomen zijn jaarlijks € 3,7 miljoen (2013-2017).