Vier op de tien zelfdodingen vinden plaats op middelbare leeftijd. In 2016 waren er in deze leeftijdsgroep, tussen 40 en 60 jaar, 5% minder zelfdodingen dan het jaar ervoor. Vooral bij mensen van 60 jaar of ouder kwam zelfmoord vaker voor. In deze leeftijdsgroep neemt het aantal zelfdodingen toe sinds 2012, tot 647 in 2016. Van alle mensen die zelfmoord plegen, is een derde 60 jaar of ouder. Zowel in 2015 als in 2016 brachten 48 jongeren onder de 20 jaar zichzelf om het leven.
Er overlijden relatief weinig mensen tussen de 10 en 40 jaar, dat is 1,4% van het totaal aantal sterfgevallen. Als zij komen te overlijden, komt dit in bijna een kwart van de gevallen door zelfdoding (463 van de 2 031). Dit zijn er meer dan de sterfte door kanker (435 overledenen), verkeersongevallen op de weg (168 overledenen) of hart- en vaatziekten (161 overledenen). Bij mensen van 40 tot 60 jaar is zelfdoding na kanker en hart- en vaatziekten de meest voorkomende doodsoorzaak. Vanaf 60 jaar krijgen de natuurlijke doodsoorzaken de overhand en neemt bij toenemende leeftijd de sterfte door zelfdoding steeds verder af.