De langlopende letselschades vormden het thema van een interactieve onlinebijeenkomst voor de branche Personenschade van het NIVRE op donderdag 14 januari 2021. Ruim 80 deelnemers kregen informatie over het onderzoek van Universiteit Utrecht naar langlopende letselschadezaken en konden zelf stelling nemen voor of tegen een aantal opinies over de aanpak van dergelijke dossiers.
De bijeenkomst werd geopend door Maarten van der Linden, voorzitter van de branche Personenschade van het NIVRE. Na zijn welkomstwoord gaf de dagvoorzitter van de bijeenkomst, directeur van De Letselschade Raad Remco Heeremans, het woord aan universitair hoofddocent dr. Rianka Rijnhout. Zij was projectleider in het onderzoek naar langlopende letselschadedossiers.
Indeling naar tijdsverloop
In haar presentatie definieerde Rianka Rijnhout een indelingsprincipe van de onderzochte dossiers naar tijdsverloop. Ze onderscheidde vijf categorieën: dossiers waarvan het tijdsverloop had te maken 1) met juridische redenen, 2) met het afwikkelingsproces als zodanig, 3) met specifieker de inzet van, communicatie door of wisseling van dossierbehandelaar of belangenbehartiger, 4) met medische aspecten of medische beoordeling en 5) met een gerechtelijke procedure.
Rijnhout liet zien dat er een breed palet van factoren bestaat dat langlopend dossiers kenmerkt, waarbij niet één factor in het merendeel van de dossiers voordeed. Het ontbreken van de medische eindtoestand, een discussie over causaliteit of het verlies van arbeidsvermogen, het medisch beoordelingstraject, de behoefte aan financiële bestaanszekerheid bij gedupeerden en de door hun ervaren procedurele rechtvaardigheid, en de kwaliteit van de samenwerking tussen partijen werden wel genoemd als belangrijke kenmerken.
Twee antagonisten
Na een korte pauze kregen de deelnemers aan de onlinebijeenkomst gelegenheid om in vijf groepen de gepresenteerde uitkomsten van het onderzoek te bespreken en met elkaar tot een concrete aanbeveling per groep te komen. Aansluitend werd een drietal thema’s besproken door “twee antagonisten in de sector”, aldus Remco Heeremans, te weten Arjen van Iwaarden, platformmanager van het Platform Personenschade van het Verbond van Verzekeraars, en Edwin Bosch, sinds kort voorzitter van ASP, de Vereniging Advocaten voor Slachtoffers van Personenschade. Dat zij in hun opvattingen lijnrecht tegenover elkaar staan, bleek bij elk onderwerp dat werd aangeroerd: de directe verzekering, de keuzemogelijkheid om een dossier aan een commissie van deskundigen voor te leggen en de werkwijze met één medisch adviseur.
Slot
In zijn afsluiting citeerde dagvoorzitter Remco Heeremans een van de drie reflecties in het rapport van de onderzoeksgroep. Daarin werd gesteld dat alle moeilijkheden wellicht gedeeltelijk kunnen worden ondervangen door veranderingen binnen het juridische systeem en binnen de organisatorische context, door aanpassing van informatievoorziening, gewoonten, processen, et cetera, “maar het vraagt ook”, aldus de onderzoekers, “om veranderingen die zien op de persoonlijkheid van de individuele dossierbehandelaar, de individuele belangenbehartiger en alle andere individuen die een rol spelen in een letselschadezaak: het gaat ook om de bereidheid van een ieder om samen te werken op basis van vertrouwen en met empathie.”